Home
Duitse overste Steenbach
circa 1540 - 1573
In dienst van de staten in Haarlem en in dienst van de koning in Spanje bij Alkmaar...

Boven: Gouverneur Wigbold Ripperda van Haarlem wordt onthoofd. De Spaanse overwinnaars vermoorden zijn hele garnizoen, behalve de Duitse soldaten van Steenbach.

Overste Jacob van Steenbach (Steinbach) is actief tijdens het beleg van Haarlem in 1572. Hij onderhandelt mee over de capitulatie van Haarlem namens de Duitse huursoldaten. De inwoners zijn na een beleg van meer dan een half jaar praktisch uitgehongerd. Spaanse soldaten vermoorden na de overgave honderden rebellen en calvinisten onder wie de predikant van Steenbach. Alleen Duitse landsknechten mogen met hun kapiteinen de stad levend verlaten. Steinbach verschijnt niet veel later voor de Friese poort van Alkmaar om over overgave aan de Spanjaarden te onderhandelen. Steinbach wordt al verraden weggestuurd. Bron: Bosboom Alkmaar. Vijf jaren later duikt mogelijk dezelfde overste op in Overijssel. Een zekere Steenbach komt voor in het boek Gebakken rat met beukeblad van Bies van Ede.

Emanuel van Meteren, die in 1575 wordt verdacht van samenwerking met de Hollandse rebellen, schrijft over het beleg van Haarlem in 1572 dat vier vendels Duiters van het regiment Lazarus Muller onder luitenant-colonel (overste) Steenbach Haarlem binnentrekt. Zij versterken de stad na de Spaanse moordpartijën in Mechelen, Zutphen en Naarden. Zes vendels van het regiment gaan naar Leiden waar zij de beelden in de kerken kapot slaan. (bron: universiteit Leiden) Het is december 1572. Gijsbert van Duivenvoorde verhoort Musius, een vriend van Willem van Oranje. Admiraal Lumey, gouverneur van Zuid-Holland, beveelt daarna de executie van de humanist en biechtvader van het Agathaklooster in Delft.

Steenbach duikt weer op in de geschiedenis in 1579. De Staten van de Unie van Utrecht sturen hem samen met Kurtzbach en Van Hohenlohe naar Overijssel om de Spaanse soldaten in Oldenzaal het leven zuur te maken. In werkelijkheid terroriseren hun soldaten de boeren op het platteland. (lees meer)

Het verhaal Gebakken rat met beukeblad speelt zich af in de Tachtigjarige
Oorlog in 1572 wanneer de zoon van Alva Haarlem wil  innemen.
De hoofdrolspeler is Adriaan Groenvelt. Hij woont in Alkmaar. Zijn vader,
Johan Groenvelt, heeft een broodbakkerij. Adriaan  is twaalf jaar en heeft
twee duiven: Grauwtje en Witkop. Adriaan's moeder is zeven jaar eerder bij
de geboorte van zijn  broertje Maarten overleden. Grootvader verzorgt zijn
broers, omdat Adriaan's vader het geduld niet heeft voor de opvoeding.
Hopman Klaas Rob vraagt Alkmaarders naar Haarlem te komen om te vechten
voor de prins van Oranje. Johan Groenvelt besluit om naar Haarlem te gaan
om daar te gaan vechten. Vroeger was hij huursoldaat, een sergeant.

Gewond
Een vriend van Johan, Lieven Coster, vertelt dat Johan gewond is geraakt.
Lieven Coster zegt tegen Adriaan dat hij een handelaar is. Maar Adriaan komt
er later achter dat hij een geus is. Lieven  Coster moet naar Haarlem voor
zaken en biedt Adriaan een lift aan. Onderweg eten ze in een restaurant. Ze
zien dat er Spaanse  soldaten zitten. Adriaan en Lieven horen dat de
Spanjolen Spaarndam gaan aanvallen. Vlak voor Haarlem loopt Adriaan alleen
verder  naar Haarlem.  Lieven Coster waarschuwt Spaarndam.

Een zadelmaker vertelt Adriaan dat zijn vader in het Oude Gasthuis ligt.
Maar hij is nergens te bekennen. Adriaan komt  soldaten tegen die hem
vertellen dat zijn vader  terug is gegaan naar Alkmaar. Adriaan wil ook naar
Alkmaar maar de vijand  nadert en de stadspoorten gaan dicht.

Bevrijd
Adriaan zit opgesloten in de stad. Hij belandt zelfs in de gevangenis, omdat
een soldaat beweert dat hij niet deugt. Drie  dagen later wordt hij bevrijd.
Kapitein Steenbach zorgt daar voor. Hij geeft hem onderdak bij zijn oom:
Bartholomeus  Groenvelt tot de stadspoorten weer open gaan. Maar op een
morgen begint het beleg van Haarlem. De muur wordt kapotgeschoten  met
kanonskogels. Adriaan verstevigt de muur met hout en aarde. Terwijl bezig is
ziet hij aan de overkant van de gracht zijn  vader  in een Spaans uniform.

Bevrijding
De volgende dag ziet hij Lieven Coster weer. Een bevrijdingsleger is
onderweg naar Haarlem. Maar Lieven Coster heeft dat  ontzet verraden. De
poorten blijven gesloten. Er komt bijna geen voedsel meer in de stad. Omdat
Bartholomeus ziek is geworden  moet Adriaan klusjes voor hem doen. Adriaan
komt er achter dat Coster niet naar Spaarndam is geweest om ze te
waarschuwen,  maar hij heeft de Spanjolen het pad gewezen naar de schans van
Naarden.

Afscheidsmaal
Adriaan ontdekt dat Lieven Coster een geheime voedselvoorraad heeft. Hij
ontmoet ook de dokter van Bartholomeus en die vertelt dat kapitein
Steenbach zwaar gewond is geraakt. Er wordt geen voedsel meer gebracht en wat
nog over is wordt heel duur.  Alleen rijke mensen kunnen dat nog betalen. De
armen zoeken naar de laatste etensresten in de winkels. Adriaan mag gaan.
Bartholomeus heeft niet meer lang te leven. Zijn afscheidsmaal is een
stukje gebakken rat met beukeblad.

Hij besluit de voedselvoorraad van Lieven Coster te verraden. Koopman
Lieven Coster wordt toen door soldaten ter plekke neergeschoten
met drie kogels door zijn hoofd en vier door zijn buik. Hij bloedt dood op
straat en niemand keek meer naar hem om. Adriaan wordt gearresteerd.

Gegijzeld
Plotseling gaan de  stadspoorten open. Kinderen en
vrouwen mogen de stad verlaten. Adriaan rent de stad uit. Een monnik brengt
hem naar Alkmaar waar hij zijn vader ziet. Adriaan's vader vertelt dat hij
in het Spaanse leger vocht, omdat hij is gegijzeld en in leven wilde
blijven.

Het beleg van Haarlem in 1572 duurt zeven maanden

Boven: Het beleg van Haarlem duurt zeven maanden en betekent voor de
Spanjaarden een enorm verlies aan soldaten. De aanval op Alkmaar moet
daarom vrij snel worden opgegeven.
Zie ook het Beleg van Haarlem


Uitgebreide samenvatting Gebakken rat met beukeblad

De oorlog tussen Spanje en de opstandelingen in de Lage Landen dreigt al een
hele tijd en het komt steeds dichterbij. Adriaan komt erachter dat zijn vader in
dienst is geweest van het Spaanse leger.

Op een dag komt er een groep mannen naar  Alkmaar om te vragen of er
nog vrijwilligers zijn die mee willen naar Haarlem  om te vechten tegen de
Spanjaarden want  Haarlem wordt waarschijnlijk aangevallen. Zijn vader en
een paar andere mannen gaan.

Gewond
Na een week komt het bericht dat zijn vader gewond in een klooster ligt en
dat Adriaan hem moet ophalen. Adriaan gaat met een  handelaar Coster naar
Haarlem. Hij is best aardig en weet veel van de oorlog af, in tegenstelling
tot de andere handelaars.  Ze stoppen bij een herberg waar Coster dronken
Spaanse soldaten afluistert. Wanneer ze bij Haarlem zijn zegt Coster dat
Adriaan het laatste stukje alleen verder moet want hij wil bij een schans
zeggen dat het Spaanse leger er aankomt.

Adriaan wordt bij de poort tegengehouden en verhoord. Ze denken dat hij een
spion is. Hij zit drie dagen in een stinkende cel  en is  bang om zijn vader
maar ook voor de oorlog die snel nadert. Op een dag komt er een man langs
die vraagt waarom hij in  de cel zit. Adriaan zegt dat hij door Van Zurk is
verhoord en al drie dagen vastzit. Hij wordt vrijgelaten en de man stelt
zich voor als officier Steenbach. Nu kan hij eindelijk op zoek naar zijn
vader.

Monnik
Maar waar moet hij zijn? Hij komt langs een zadelmakerij en vraagt de weg
naar het oude klooster. De zadelmaker wijst de weg.   Maar wanneer hij in
het klooster vraagt naar Jos Groenveld, zegt de monnik dat er niemand met
die naam in het klooster is.
Hij adviseert bij het gasthuis te zoeken. Adriaan loopt er heen en vraagt
naar Groenveld. Maar ook daar is hij niet.

Ze zeggen  dat er wel een Groenveld is in Haarlem. Dat is de steenrijke
Bartholomeus Groenveld. De hele dag loopt hij  verslagen rond en gaat maar
naar meneer Mhan, de zadelmaker. Mhan brengt hem naar officier Steenbach.
Steenbach brengt hem  naar meneer Groenveld, waar hij niet hartelijk wordt
ontvangen. Na een paar dagen blijkt dat de stad is ingesloten door de
Spanjaarden. Al snel wordt Haarlem aangevallen en daarbij gaat een deel van
de stadsmuur kapot.

Prins
Iedereen helpt mee repareren. Er zullen nog meer aanvallen komen. Coster is
in de stad en Adriaan moet werken bij een werf.  Hij heeft wat vrienden in
de stad. Adriaan komt er ook achter dat meneer Mhan een hulp van de prins
is.

Hij moet meneer Mhan op de hoogte houden van wat er in de stad gebeurt en
hij stuurt het nieuws met een postduif. Duiven zijn  ook Adriaans grote
hobby. Het is winter en het eten komt met sleeën over het bevroren meer naar
de stad. Er wordt al honger  geleden. Coster zegt dat ook hij de prins op de
hoogte houdt. Adriaan slaapt al een tijdje op de werf. Het voedsel wordt
steeds schaarser. De Spanjaarden hebben al een paar aanvallen gedaan maar de
Haarlemmers houden nog stand. En de prins zegt  dat hij hulptroepen zal
sturen.

Honger
Het gevecht gaat verder op het Haarlemmermeer. Wanneer de Spanjaarden dit in
handen krijgen kan er geen voedsel meer worden  aangevoerd. Als de
Spanjaarden Haarlem in handen krijgen is het heel makkelijker Holland te
veroveren. Alleen de rijken  hebben nog genoeg geld om de dure
voedselprijzen te betalen. Al het voedsel wordt ingenomen. Als ze er achter
komen dat je  een eigen voorraad hebt, krijg je de doodstraf.

Adriaan hoort dat Coster nog een voorraad eten en goud heeft, terwijl al het
kerkgoud en andere goud en zilver  zijn  ingenomen om munten van te maken.
De bazin van de werf heeft niet genoeg geld om Adriaan te onderhouden. Dus
neemt meneer  Groenveld Adriaan terug als hulp voor zijn dienstvrouw. Meneer
Groenveld is ziek en is niet meer te genezen. Er moet altijd  iemand bij hem
zijn.

Spanjaarden
Groenveld heeft nog genoeg geld om eten te kopen maar er is geen eten meer.
Het gerucht gaat dat in een pakhuis nog een grote voorraad zou zijn. Bij
Coster. Adriaan weet dat je geen voorraad voor jezelf mag houden maar om
deze oorlog te overleven moet  hij wel eten kopen bij Coster. Hij heeft
Coster wel door. Coster werkt gewoon samen met de Spanjaarden.

Zo lang zij de stad bezet houden worden de prijzen hoger en hoger en als
zijn voorraad op is mogen de Spanjaarden de stad  innemen. De
ontzettingslegers van de prins hebben gefaald.

Steenbach
Adriaan vertelt alles aan zijn vriendin an dan gaan zij met zijn tweeën naar
officier Steenbach. Eerst gelooft Steenbach het  verhaal niet. Maar wanneer
Adriaan bewijzen laat zien is hij overtuigd. Steenbach gaat met een groepje
soldaten naar Coster's  pakhuis en pakken hem op.

Meneer Groenveld is gestorven maar Adriaan moet nog een laatste opdracht
voor hem doen. Wanneer hij in Alkmaar aankomt moet  hij naar de burgemeester
en zeggen dat de Spaanse legers er aan komen. Er is geen hoop meer op een
bevrijdingsleger. De stad  moet zich overgeven. De twee partijen gaan
onderhandelen. Eerst mogen alleen vrouwen en kinderen weg en daarna iedereen
en  dan weer alleen de mannen en soldaten. Het gerucht gaat dat de
Houterpoort  open zal gaan. Zullen ze vluchten?
 
Eenzaam
Adriaan is bang, onzeker maar vooral eenzaam. Adriaan ziet  een paar
soldaten wegglippen via een zijdeur in de muur. Adriaan  gaat ze achterna.
Hij glipt de stad uit, langs de Spanjaarden. Hij zit op een kar. De man die
de kar bestuurt zegt dat hij  Adriaan langs de weg zag liggen en hem heeft
meegenomen. De man beweert dat hij weet waar hij woont. Want in zijn droom
heeft  hij alles verteld. Hij komt thuis en gaat direct naar de burgemester.
Daar zegt hij dat het leger er aan komt een laat een  brief zien van meneer
Groenveld. De burgemeester is hem dankbaar.

Zie ook: Het beleg van Haarlem en Etsen van het beleg van Haarlem