Home
Admiraal Cornelis Dirksz van de watergeuzen
1542-1583
Burgemeester van Monnikendam neemt Spaanse admiraal gevangen
De inquisitie van Bossu is omsingeld door watergeuzen

Cornelis DirkszoonEen eenvoudige burgemeester weet zijn watergeuzen onder leiding van hopman Ruychaver zodanig te motiveren dat hij na vijf lange dagen en nachten verbeten strijd de Spaanse admiraal Bossu gevangen kan nemen. Voor de hertog van Alva is dat het moment het bijltje er bij neer te gooien. De hooghartige Spanjool onderschat de watergeuzen mateloos. Het is zijn ondergang. In plaats van een half jaartje vechten lukt het hem in zes jaar tijd niet eens die koppige noordelingen onder de duim te krijgen. Zijn schatkist is leeg.

De Spanjaarden verslaan de geuzenvloot op het Haarlemmermeer, waarna Haarlem niet meer bevoorraad kan worden en medio juli 1573 moet kapituleren. Maar het tij keert ten gunste van de opstandelingen. De Spaanse soldaten druipen af na een mislukt beleg van Alkmaar nadat de geuzen de polders onderwater laten lopen. De watergeuzen blokkeren nu de Rijn, de Schelde, het IJ en de Zuiderzee. De hertog van Alva dreigt financieel in de problemen te komen.

Tegenaanval
Hij besluit tot een tegenaanval. Op 14 september 1573 beschieten Spaanse schepen schansen van de watergeuzen in Noord-Holland. Alva wil de vijand op de Zuiderzee verjagen, maar door het slechte weer moet hij zijn plan enkele weken uitstellen. De geuzen krijgen zo de kans hun verdedigingswerken, zoals bij Schellingwoude, te herstellen.

Gevel woning in Hoorn

Foto boven: Op de hoek van de Slapershaven en het grote Oost staan de Bossuhuizen. Dit zijn drie woonhuizen uit de 17e eeuw die een doorlopend geïllustreerde gevel hebben gekregen, waarop versregels en reliëfs zijn aangebracht. In woord en beeld wordt de zeeslag van de West-Friezen en de watergeuzen tegen de Spaansgezinde vloot onder aanvoering van de graaf van Bossu weergeven. De foto geeft een detail weer.

Het grote schip in het midden is de Inquisitie van Bossu (180 opvarenden en 32 bronzen kanonnen). Aan de mast hangt een vlag met een afbeelding van Maria met kind. De vlag op de kampanje is voorzien van een Bourgondische kruis. Voor de Inquisitie ligt de driemaster van admiraal Cornelis Dirkszoon.

Links van de Inquisitie ligt de fregat van kapitein Pieter Back uit Hoorn en rechts het schip van kapitein Jan Trynties (Trijntjens) uit Enkhuizen. Het schip met de Oranjevlag (rood/oranje, wit, blauw) dat achter de Inquisitie naar rechts vaart is vermoedelijk van kapitein Boer uit Schellingwoude. Vanuit dit kleine schip probeert men tevergeefs de Inquisitie te veroveren. Het lukt niet het grote schip te enteren. Op de achtergrond links overvaart het schip met de gebalde zeilen een galei uit Amsterdam.

Schilderij boven:
De raad van de zeven belangrijkste steden van West-Friesland, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Edam, Monnikendam en Purmerend, geven in 1663 opdracht een groot schilderij van de slag op de Zuiderzee te maken. Jan Theunisz. Blanckerhoff (ook genoemd Jan Maat of Jan Maet) uit Alkmaar begint datzelfde jaar nog met het schilderen De slag op de Zuiderzee voor de rede van Hoorn tegen Bossu. Drie jaar later is het klaar. Het pronkstuk krijgt een plekje in het Statenlogement van Hoorn, waar het nog steeds hangt. Het maken van het schilderij kost 800 gulden en de houten lijst 575 gulden.

Grote Kerk Hoorn, slag op de Zuiderzee

De stad Hoorn schenkt in 1619 het zogeheten Bossuraam dat de Slag op de Zuiderzee uitbeeldt aan de Oosterkerk van Hoorn. Watergeuzen enteren op de afbeelding het schip van Bossu, de Inquisitie.

Op 1 oktober lukt het de Spanjaarden (dit zijn voornamelijk Amsterdammers) met achttien schepen Amsterdam en het IJ te verlaten. Zinkschepen versperren de doorgang niet helemaal. De schepen van de watergeuzen, onder leiding van Cornelis Dirkszoon burgemeester van Monnickendam, patrouilleren bij Pampus en zeilen naar Marken om Bossu naar open water te lokken. Bossu keert echter terug naar Amsterdam.

Op 5 oktober komt Bossu weer tevoorschijn en raakt slaags met de Noord-Hollandse vloot. Voor de eerste keer schieten zij op elkaar. De watergeuzen hebben meer munitie en meer schepen dan de stadhouder en proberen daarom de boten van hun vijand te enteren voor een man tegen man gevecht. Maar de Spaanse schepen houden afstand. Door te schieten wordt enteren de eerste dag onmogelijk. Aan beide zijden vallen veel slachtoffers. De strijd is onbeslist.

De volgende dagen is de wind ongunstig om te enteren. Pas op zondag 11 oktober draait de wind in een voor de Opstandelingen gunstige richting voor een aanval op de Inquisitie, het vlaggeschip van de vijand. Cornelis Dirkszoon vervangt zijn stuurman die op het laatste moment het roer wil omgooien omdat hem de moed in de schoenen zinkt.

De Inquisitie loopt vast op een zandplaat bij Wijdenes waarna de geuzen enteren. Het gevecht duurt tot de volgende middag. Cornelis Dircksz raakt gewond tijdens de slag op de Zuiderzee. Schipper Jan Floor neemt het bevel van hem over. Jan Haring doet tijdens deze zeeslag van zich spreken door in het want van het vlaggenschip van Bossu, de Inquisitie, te klauteren, de admiraalsvlag los te snijden en de prinsenvlag te hijsen.

Terwijl hij met de Inquisitie-vlag naar beneden klimt, raakt een kogel hem in de borst. Dood valt hij in zee. Zijn vrienden halen hem uit het water en dragen hem, nadat de gevechten zijn beëindigd, in een open kist naar het stadhuis, waar velen hem de laatste eer bewijzen. De admiraalsvlag wordt in de toenmalige Grote Kerk opgehangen.

Overhand
De watergeuzen krijgen tijdens de gevechten de overhand onder meer doordat zij vanuit de nabijgelegen stad Hoorn nieuwe manschappen en munitie krijgen aangeleverd. Wanneer de Spaanse commandanten inzien dat zij de strijd gaan verliezen, vluchten zij naar de veilige haven van Amsterdam.

Uiteindelijk blijft alleen het schip de Inquisitie achter en moet Bossu zich overgeven. Cornelis Dirksz neemt op 12 oktober 1573, drie dagen na de overwinning bij Alkmaar, commandant Bossu van de Spanjaarden gevangen. West-Friesland blijft prinsgezind. De gevangen genomen soldaten worden geruild tegen mannen die de Spanjaarden na Haarlem hebben vastgezet.

Maximiliaan de Hennin, heer van Bossu, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht ziet steeds meer van 'zijn' land in handen komen van de rebellen. Bossu wil met zijn vloot Westfriese steden in handen van de regering brengen. Hij verdwijnt voor drie jaar achter de tralies van het Weeshuis aan de Korte Achterstraat in Hoorn. Na de Pacificatie van Gent in 1576 loopt hij over naar de Opstandelingen.

In het Westfries Museum aan de Rode Steen in Hoorn zijn de gouden drinkbeker en twee enorme zwaarden van Bossu te zien. Amsterdam blijft nog tot 1578 geblokkeerd waardoor de economie van de West-Friese steden bloeit.

Boven: De Beker van Bossu. De watergeuzen en Westfriezen maakten de beker buit toen zij admiraal Bossu gevangen namen. Het Spaans werk is tussen 1530 en 1540 gemaakt en wordt nu bewaard in het Westfries Museum in Hoorn.

De slag op de Zuiderzee

Links: Stadhouder Bossu ontdekt op 1 oktober 1573 een gat in de blokkade met zinkschepen in het IJ. Op 5 oktober vaart hij uit om de vloot van de Opstandelingen onder admiraal Cornelis Dirkszoon te verslaan. De Opstandelingen veroveren de Aep maar Bossu verdrijft de geuzen van het schip.

Zes dagen blijft het daarna stil op de Zuiderzee. Beide vloten zijn op 11 oktober voorbij Hoorn gevaren wanneer de wind draait. Admiraal Cornelis Dirkszoon valt onmiddellijk met zijn kleine, licht schip het zware vlaggenschip de Inquisitie van Bossu aan. Twee andere schepen volgen het voorbeeld van hun admiraal. De Inquisitie van Bossu loopt vast op de zandplaat de Nek bij Wijdenes (Zie het zwarte kruisje). Het gevecht duurt 28 uur.

Cornelis Dirkszoon krijgt steeds verse manschappen en nieuwe munitie aangevoerd uit Hoorn. De Opstandelingen nemen vijf of zes Amsterdamse schepen in beslag. De rest, zo'n twaalf schepen, vlucht. Amsterdam blijft nog tot de Alternatie in 1578 geblokkeerd met zinkschepen. De economie stort in, terwijl de West-Friese havensteden bloeien.

Admiraal Bossu

Na de verloren slag op de Zuiderzee proberen Spaanse soldaten vanuit Amsterdam het Waterland en de Zaanstreek te veroveren met de bedoeling om door te stoten naar West-Friesland. Als gevolg van dit krijgsgeweld waarvan veel burgers het slachtoffer worden slaan veel mensen op de vlucht.

Bron: Henri Floor

Drie dagen na de nederlaag op de Zuiderzee verlaat Alva als een dief in nacht de Lage Landen. Hij zou in zes maanden de opstandelingen op de knieƫn krijgen. Maar het lukt hem in zes jaar nog niet eens. Zijn opvolger is de Catalaan Don Luis de Requesens.
Bron: De Opstand in de Nederlanden Anton van der Lem.

Cornelis Dirkszoon wordt in 1572 burgemeester van Monnikendam en tevens admiraal van de geuzen in Noord-Holland. Het is niet bekend of hij een familiewapen heeft. Zijn nakomelingen, de Hoornse familie Dirks, gaan zich Admiraal noemen. Bron: www.wazamar.org. Wanneer Pieter Claesz Duijts trouwt met Geertruijd Admirael, een nakomeling van Cornelis Dircksz, gaat hij zich naar zijn schoonfamilie noemen. Bron: Genootschap Onze Taal.

Willem van Oranje geeft de voorkeur aan Arent van Duivenvoorde als admiraal maar de West-Friese steden brengen hem op andere gedachten.

Atlas van Stolk, slag op de Zuiderzee

Boven: Deze kopergravure van de slag op de Zuiderzee uit de Atlas van Stolk gebruikte Blanckerhoff waarschijnlijk als basis voor zijn schilderij. De kopergravure is getekend met de initialen PCH. Op de achtergrond is Hoorn te zien en helemaal rechts de stad Enkhuizen die na Den Brielle en Vlissingen de kant van de opstandelingen kiest.

Hoorn kan putten uit een rijke zeevaarthistorie, met als hoogtepunt de zestiende en zeventiende eeuw. Hoornse schippers en kooplieden staan in die tijd bekend om hun vindingrijkheid, hun doorzettingsvermogen, hun ondernemingslust en hun slimme koopmanschap. Avontuurlijke schippers uit deze West-Friese stad geven Kaap Hoorn in het uiterste zuiden van Zuid-Amerika hun naam. Onder het motto 'de kost gaat voor de baat uit', zijn ze bereid risico's te nemen. Hun avonturen spreken nog altijd tot de verbeelding zoals in het verhaal over de scheepsjongens van Bonte Koe en het verhaal over Jan Haring.