Home

Kapitein Spiering laat zich niet levend pakken

Maart 1572

Watergeuzen dragen de afgehakte hoofden van hun kameraden door Groningen


Een beruchte watergeus is kapitein Spiering. Zijn schip en dat van zijn vriend Van Gorcum vriest in februari 1572 vast in het ijs bij Vlieland. De Spanjaarden ontdekken beide geuzenschepen en zetten met 150 man de aanval in.

Rechts: Het wapen van het huis en landgoed Spieringshoek in Zuid Holland. Het wapen stelt een zwarte roos in zilver voor. (bron: Koffie Hag albums).

Wapen van VlielandDe watergeuzen bouwen snel een schans op de kust van Vlieland om zich goed te kunnen verdedigen. Op 4 maart beginnen de gevechten die tot in de nacht voortduren. De Spanjaarden, waarschijnlijk op bevel van Robles, trekken zich daarna terug en blijven voor de kust rond dobberen. Spiering, Van Gorcum en hun mannen brengen op 5 maart het geschut terug naar hun schepen en proberen te vluchten.

Links: Vlieland gaf zijn naam aan de vlieboot. De watergeuzen gebruikten graag een vlieboot omdat die snel en wendbaar zijn. Tussen Vlieland en Terschelling is de belangrijke scheepvaartverbinding tussen de Zuiderzee en de Noordzee / Oostzee.

Van Gorcum ontsnapt maar de Spanjaarden enteren het schip van Spiering op 6 maart 1572. De gevechten duren opnieuw lang. Pas wanneer de munitie op is geven de geuzen de strijd gewonnen. Ze gooien eerst de buit overboord. Spiering wil niet in handen van zijn gehate vijand vallen en laat zich door één van zijn mannen doden. Zo'n dertig mannen springen overboord, terwijl zo'n 28 mannen in handen van de Spaanse soldaten vallen.

Rechts: Een vlieboot, geliefd onder de watergeuzen, is snel en makkelijk wendbaar. Rechts boven is het wapen van Vlieland afgebeeld.

Vlieboot genoemd naar het eiland Vlieland
Groningen De Spaanse commandant wil een afschrikwekkend voorbeeld stellen voor de Nederlanders. Hij laat de hoofden van de dertien gedode lichamen snijden en gooit ze in een ton. De 28 nog levende watergeuzen moeten met de hoofden in de handen door de straten van Groningen (afbeelding links) marcheren om de bevolking te waarschuwen geen gekke dingen te doen. Eén van de oren van Spiering krijgt een merkteken ter herkenning. Enkele dagen later worden ook de overlevende terechtgesteld. Enkele dagen later bezetten de watergeuzen Den Brielle.

Frans Spiering vlucht uit Antwerpen

De Antwerpenaar Frans Spiering (1550-1630) was eigenaar van een bloeiend weefatelier toen de Spanjaarden in 1576 zijn stad binnenvielen. Hij week uit naar Delft, waar hij in 1582 een nieuwe werkplaats opende. Hij trouwde met de brouwersdochter Maria Menninck. De Zuid-Nederlander Spiering leverde tapijten van ongekende kwaliteit en verwierf talloze prestigieuze opdrachten. De werkplaats maakte gebruik van 'freelance' ontwerpers, onder wie de kunstenaar Karel van Mander II. Tussen 1615 en 1623 begon Van Mander voor zichzelf en vormde zo een bedreiging voor Spiering. In 1620 droeg Frans Spiering de leiding over aan zijn zoon Aert.

Aert Spiering (1593 - 1650), zoon van Frans, bezit de belangrijkste tapijtfabriek in het noorden van de Lage Landen. In de fabriek in Delft werken veertig mensen.

Tapijt van de beroemde tapijtfabriek Spiering in Delft

Boven: Detail van een tapijt gemaakt in de fabriek van Spiering.