In juli 1581 is Twente nog Spaans, wanneer overste IJsselstein met een kleine 1000 soldaten vanuit Deventer probeert Goor, de toegangspoort tot Twente, te veroveren. Bij het Schild in het hartje van Goor stokt de opmars. Na twee weken strijd dwingt Maarten Schenk de staatse troepen tot overgave. Eggerik Ripperda en vele andere edelen, onder wie Johan van Voorst, wandelen de kerkers van kasteel Blijenbeek aan de Maas binnen.

Slag om Goor
Opmars IJsselstein De Staatse soldaten onder IJsselstein rukken de eerste dag op tot aan het Schild, de oude burcht van de bisschoppen van Utrecht. Daarna dwingen de Spaanse troepen de aanvallers terug en komt Maarten Schenk te hulp die hen gevangen neemt.
Goor is de toegangspoort tot Twente. Drie grote beken of eigenlijk vier, de Hagmolenbeek, de Bolscherbeek, de Poelsbeek en de Regge zorgen voor de aanvoer van veel water. Strategische ligging Goor
Robert van Ittersum

Robert van Ittersum was de rechterhand van Eggerik Ripperda die met zijn zuster Agnes trouwt en zo in het bezit komt van het huis Goor.

Zijn carriere weerspiegelt de wisselvalligheid van de opstand. Hij begint zijn carriere als militair in dienst van de koning. Hij liet zich afbeelden in Spaans kostuum met harnas. In 1576 tekent hij de pacificatie van Gent. In het najaar van 1579 sluit hij zich aan bij de Unie van Utrecht. Hij is dan waarschijnlijk calvinist geworden en stuurt zijn zoon Ernst naar de univesiteit van Heidelberg. Na de mislukte aanslag op Goor is hij drie jaar gevangene van Parma. In 1585 vertegenwoordigt hij Overijssel in de Raad van State.

Huis Heeckeren van Eggerik Ripperda Huis Heeckeren was eens van de heer van Goor, Eggerik Ripperda. Tijdens de slag om Goor, de eerste klus voor Verdugo, nemen de staten de acte van Verlatinge aan waarmee feitelijk de staat der Nederlanden is begonnen
Deventer Eggerik Ripperda sterft in de Noorderbergtoren in Deventer in 1584. Vlak voor zijn dood benoemt Willem van Oranje Gerard van Warmelo als nieuwe stadhouder van Overijssel.
Hugo Pruim houdt in 1581 vanuit Lochem plundertochten in de omgeving van Delden en Hengelo. Staatse soldaten plunderen ruim dertig erven in de zomer van 1582, zoals Dubbelinc, Exterquotte, Alminkhof, Storck, Bolscher, Lohuis, Suijthof, Laerhuis, Waninck, de havezate Hachmeule (Hagmolen), Gorsveld en Voertman. Burgemeester Arend Claphouwer van Stad Delden vlucht voor het geweld. Verdugo verwacht grote aanval uit Zwolle. Dubbelink in Azelo bij Delden
Pruist brandt Delden af Pruist verjaagt inwoners van Delden, links getekend met verdedigingsmuur en grachten. Pruist verjaagt inwoners van Goor vanuit de Schuilenburg bij Hellendoorn. Ritmeester Mendo krijgt de leiding over het Deldense garnizoen. Overste Juan Baptista Tassis verblijft in 1582 op kasteel Twickel.

Staatse troepen vallen de vesting Delden op 29 juni 1583 opnieuw aan. De Deldense schutterij verzet zich met hand en tand tegen de staatse aanvallers die uit boosheid over de hardnekkige weerstand meer dan de helft van de stad verwoesten en veel Deldenaren over de kling jagen. Joachim Kerstin Pruist en Lubbert Ulgher vermoorden met hun staatse soldaten tijdens de aanval op Stad Delden de commandant van de schutterij, Jan van Beckum. Van Beckum is van 1554 tot 1579 burgemeester van Stad Delden. Tassis helpt Mendo bij het herstellen van de wallen en de poorten van Delden. Ook helpt hij bij het verbeteren van de verdedigingswerken rond kasteel Twickel. Tassis verovert Zutphen.

Twickel versterkt
Kasteel Twickel De Staten Generaal besluiten daarom de tactiek van de verschroeide aarde toe te passen. Dat besluit valt op 20 juni 1584.

De net in Overijssel aangestelde stadhouder Adolf van Meurs, graaf van Neuenahr (Nieuwenaar), valt op 22 juni 1584 Stad Delden aan. De graaf weet mogelijk via spionnen of verkenners dat de commandant van Stad Delden weg is. De staatse troepen verwoesten, nadat het stadsbestuur weigert de poorten te openen, vrijwel de hele stad. Maarschalk Joost de Soete of Zoete (rechts afgebeeld) helpt een handje mee. Hulp van de Spaanse commandant van Oldenzaal, Mario Martinengro, blijft uit. Een week later komen de staatse troepen terug om, wat er over is, in brand te steken.

Joost de Soete brandt Delden af
Schoppenstede ontstaat nadat Delden is platgebrand

Er vallen veel doden onder wie de geestelijke Bernardus Laarhuijs wiens grafzerk in de Grote Kerk ligt. Alleen richter Engelkens en pastor Johan Laarhuis weten te ontkomen. Zestig procent van de inwoners is gedood of ontvoerd. Twintig boeren in Azelo worden vastgebonden in de Azelerbeek gegooid en verdrinken. Burgemeester Gert van Hasselt van Stad Delden vraagt Verdugo en de stad Oldenzaal hulp, 'want wij jammerlich onder den blauwen hemel liggen'. Balthazar Gerards vermoordt Willem van Oranje op 10 juli 1584.

Francisco Verdugo (familiewapen rechts) en/of Parma met 6000 soldaten in Nordhorn; Mendoza in Ootmarsum plundert Halle en Getelo.
Spanjaarden steken kasteel Grimberg van Johan van Voorst, drost van Twente, in Notter bij Rijssen in brand. Zij veroveren kasteel Rechteren bij Dalfsen. Rijssen geplunderd en deels verwoest. Het platteland rond Haaksbergen, Goor, Rijssen, Enter en Wierden is verwoest.
 

De Spanjaarden herstellen de vesting Delden opnieuw, maar zij verwoesten Almelo. Overste luitenant Juan Baptista de Tassis (Taxis) vraagt de drost van Twente op 25 april 1585 naar Delden te komen voor een inspectie. Tassis maakt deel uit van het Billischen Regiment van Gaspar de Robles en is gecommiteerde van stadhouder Verdugo.

Verdugo komt in 1586 naar Delden dat nog grotendeels in puin ligt. Hij belooft bescherming van deze vooruitgeschoven post van de Spanjaarden in Twente. Geen inkomsten uit belastingen in Goor dat al jaren zucht onder plunderingen.

Kolonel Caspar Robles

Restauratie van beeld Robles in Harlingen gebeurt in opdracht van watergraaf Van Wassenaar.

Kolonel Verdugo

Verdugo geeft Tassis opdracht Twente te zuiveren van staatse benden. Herman Ripperda die de havezate in Boekelo bewoont, Nicolaas van Bevervoorde tot Oldemeule van de havezate in Oele en Menno van der Heijden slaan op de vlucht. In april 1587 trekt Tassis met ruiters en knechten samen met de drost van Salland van Rijssen naar Delden. Daarna gaan zij naar Oldenzaal. Van de rebellen hebben zij voorlopig geen last meer.

De drost van Twente stuurt op 8 april 1587 de richter van Enschede, Lambertus Budde, naar Delden om de Deldense richter Engelkens te ontmoeten 'in naam van de koning'. Wat zij bespreken is onduidelijk. Goossen van Raesfelt, drost van Twente, inspecteert samen met kapitein Rutger Torck de plannen voor de vesting Delden. Deventer Spaans na verraad.

Van Raesfelt geeft notaris-stadsschrijver Johan Oelen opdracht delen van de vesting te verbeteren. Richter Engelkens bevestigt de opdracht. Verdugo belast Rutger Torck met de verdediging van de heerlijkheid Almelo. Hij krijgt de leiding over een vendel ruiters.

Adolf van Twickelo, heer van Hengelo, accepteert in 1587 de benoeming tot commandant van de schutterij van Stad Delden. Stadhouder Verdugo draagt Van Twickelo op boeren en burgers te mobiliseren. De kans op een staatse aanval neemt toe. Veel Spaanse soldaten zijn teruggetrokken naar Duinkerken om de aanval op Engeland met de onoverwinnelijke armada te steunen.

Haaksbergen grotendeels verwoest evenals het kasteel Nijenhuis bij Diepenheim. Boeren slaan de richter van Haaksbergen, een bastaardzoon van Johan van Warmelo, dood

Nienborg bij Enschede
Naar de volgende pagina