Home

St Jan Haarlem

Het oudste en misschien wel
meest omstreden verhaal over
een Van Tetrode is het verhaal
over Heer Gerard Ysbrantszoon van Tetrode.
 
Ingang archief Kennemerland in Haarlem, het voormalige klooster St Jan
Gerard was van adel. Hij werd Heer genoemd. In 1310 op ongeveer 60-jarige leeftijd is hij kannunik in de kerk St Marie in Utrecht en schenkt zo`n 15 ha land met huizen en erven in het hartje van Haarlem en goederen in Monsterambacht, ten zuiden van Den Haag, voor de bouw van een klooster.
St Jansklooster Haarlem 
De St Janskerk is een van de oudste kerken van Haarlem en mede daardoor zeer bijzonder. Een deel van het gebouw - exclusief kerkje - is nu in gebruik als archief van Haarlem en omstreken.
Van Tetrode schonk het bezit aan de Johannietenorde, die was ontstaan na de eerste kruistocht in 1099. Karmelieten, Bagijnen en Dominikanen hadden in Haarlem al een klooster. De bisschop van Utrecht keurde de schenking van Van Tetrode nog dezelfde dag goed en vier dagen later waren de eerste Johannieters in Haarlem.
Zes jaar later laat bisschop van Zuda of Zuden, Jacob van Denemarken, een huis en een kerk bouwen in Haarlem, mogelijk de huidige St Jan of misschien een `voorganger`. De jaren daarna groeide het klooster tot een der voornaamste in Haarlem.

In 1469 valt het klooster niet meer onder Utrecht maar rechtstreeks onder de `meester` in Duitsland. Ridder van orde van St Jan konden mensen alleen worden als ze van adel waren. Het motto van St Jan: strijd voor het christendom en verpleeg de zieken. En tot slot: schenk pelgrims onderdak. In 1099 troffen zij in Jeruzalem een hospitaal en herberg aan gewijd aan Johannes de Doper.

Het 15 hectare grote gebied van Van Tetrode ligt tussen de Ceciliasteeg en Ridderstraat en tussen de Kruisstraat en Jansstraat.






Zie ook:
Prenten St Janskerk
Wapen St Jan
Alles over de commandorij


Aflaten
Aflaten spelen bij de bouw van een nieuwe kerk een grote rol. Als iemand geld geeft is hij onder bepaalde omstandigheden kwijtgescholden van straf in de hel. In de late Middeleeuwen komt een aflaat van enige betekenis van de paus in Rome.

Rond 1480 vraagt de hoofdzetel van de Orde der Johannieters in Rhodos de Commandeur van de Sint Jan in Haarlem om geld voor de strijd tegen de Turken. Wat eigenlijk niet is toegestaan gebeurt. De commandeur kondigt een eerder verleende aflaat opnieuw af. Dit gebeurt in navolging van de kerkmeesters van Sint Bavo die een nieuwe kerk bouwen.

De bisschop van Utrecht verleent in 1487 zijn goedkeuring. De kerkmeesters van de Bavo zijn woedend. Zij willen dat `Utrecht` onmiddellijk verlaarkt dat de aflaat vals is, hoewel zij zelf eerder precies hetzelfde hebben gedaan. Er komt een proces. Maar de commandeur krijgt op alle punten gelijk. De kerkmeesters moeten in 1507 1600 gouden dukaten boete betalen om aan een kerkelijke straf te ontkomen.

De Johannieters kunnen nu drie keer per jaar, op donderdag en vrijdag voor Pasen, op de geboortedag van St Jan (24 juni) en op de Heilig Kruisverheffing (14 september), een volle aflaat afkondigen. In de St Bavo kan dit maar een keer per jaar, op de zondag na Pinksteren.

In de Bavo is veel geld binnengehaald, zo blijkt uit het `oflaetsbuuc`. Boden stropen steden en dorpen in Holland en Zeeland af om iedereen te wijzen op de mogelijkheden van de aflaat in Haarlem op pinkstermaandag.

Een ordegeestelijke preekt die week elke dag om zeven uur `s morgens en `s avonds op `t Sant of in de kerk. Priesters uit de kloosters in Haarlem horen de biecht van de zondaars aan en op de dag zelf worden de relieken uitgestald op een tafel waarop ook de aflaatkist staat.

(Bron: Financiering van de bouw van de Sint Bavo van Dr. W.H. Vroom uit De Bavo te boek 1985 ISBN 90 70024 357)