Home
Geuzenadmiraal Lodewijk van Boisot

Hij verslaat de Spaanse vloot bij Antwerpen
en wordt held van het Ontzet van Leiden

Omstreeks 1572 beschikt Willem van Oranje over de hele Zeeuwsche vloot die onder leiding staat van admiraal Boisot. Van Oranje sluit zich aan bij de calvinistische watergeuzen en denkt al voorzichtig aan de verovering van de grootste havenstad in de Nederlanden: Antwerpen, voortaan met hulp van de geuzen. In het diepste geheim onderhandelt hij met rijke edelen in de Vlaamse stad.

Het familiewapen van Boisot: In zwart drie ringen van zilver en een schildhoofd van goud, beladen met drie palen van blauw. Rechts Lodewijk van Boisot, uit een adellijke familie uit Bourgondië in Frankrijk.

Admiraal Boisot
Boisot verslaat de Spanjaarden bij Lilloo
De Slag voor Lillo door Hendrick de Maecht 30 mei 1574
Boisot verslaat de Spanjaarden bij Lilloo Maar eerst doemt een ander gevaar op: Als het de Spanjaarden lukt een nieuwe vloot te bouwen in Antwerpen kan de prille opstand in Holland en Zeeland nog de kop in worden gedrukt. De watergeuzen van Boisot verslaan echter bij een verrassingsaanval een groot deel van de Spaanse vloot. De admiraal wordt pas echt bekend als zijn mannen met proviand het zwaar belegerde en uitgehongerde Leiden binnenvaart over de ondergelopen polders.
Boisot verslaat de Spanjaarden bij Lilloo
Slag bij Reimerswaal, niet ver van Bergen op Zoom

Heer van Ruart
Louis of Lodewijk Boisot, geboren rond 1530, is Heer van Ruart, luitenant-admiraal van Holland en Zeeland en hoofd van de Zeeuwse geuzenvloot. Hij is net als Diederik Sonoy, Albrecht van Huchtenbroek, Wesembeke, Willem Bardes, Pieter van der Werff en Reinier Cant in of rond 1569 geheim agent van Willem van Oranje. Boisot verspreidt brieven van de prins vanuit Duitsland en probeert geld te krijgen voor de Opstand in Holland.

Links: Slag bij Reimerswaal. Boisot wint maar verliest een oog.

 

Alleen de watergeuzen zijn succesvol in het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Ze leggen met hun terreur de handel grotendeels plat. Admiraal Louis Boisot verliest een oog tijdens de slag bij Reimerswaal op 29 januari 1573. Maar hij vernietigt de Spaanse vloot. Drie weken later geeft Middelburg zich over na een maandenlange belegering door de geuzen.

Gewaagd plan
Om de geuzen een lesje te leren willen de Spanjaarden in Antwerpen een reusachtige vloot bouwen. Als er niet snel iets gebeurt is het afgelopen met de opstand, realiseert Van Oranje zich. Boisot komt dan met een slim, maar gewaagd plan.

Liefkenshoek nabij Lilloo

Boven: De oude kanonnen van fort Liefkenshoek

De twee forten voor Antwerpen

De Zeeuwse watergeuzen weten dat de eerste nieuwe schepen voor de Spaanse vloot tussen de forten Lillo en Liefkenshoek (zie: Liefkenshoek) voor anker liggen. Evert Hendrikz verkent de Spaanse wateren. Hij keert in triomf terug met twee wachtschepen.

Dan zeilt admiraal Lodewijk van Boisot zelf op de vijand af met zo'n 64 schepen. De Spanjaarden schatten de situatie verkeert in. Ze menen bevriende schepen te zien en trekken zich te laat terug.

De lichte Zeeuwsche schepen hebben de wind vol in de zeilen. Twee grote Spaanse schepen met de hoofdprijs: de vice-admiraal Haamstede van de Spanjaarden vallen in mei 1574 in handen van de opstandelingen.

De bemanning van acht schepen wordt aan land gezet. De buitgemaakte boten worden voortaan ingezet bij de Zeeuwsche vloot.

Plattegrond Fort Lilloo

Zo'n 1200 Spaanse soldaten komen om. De Spaansche soldaten in Antwerpen, die juist de overwinning op de Mookerheide vierden, moeten hals over kop oprukken tegen de Zeeuwen. Haamstede wordt bij de prins in Delft gevangen gehouden.

Alleen Holland en Zeeland zijn in handen van de opstandelingen. De zoon van de hertog van Alva, Don Frederik, houdt Leiden in een wurggreep, nadat hij Haarlem heeft ingenomen. Als Leiden valt is het gebeurd met de opstand. Leiden moet hoe dan ook behouden blijven. Van Oranje laat daarom de dijken doorsteken.

De forten Liefkenshoek en Lilloo, links en rechts van de Schelde vlak bij de haven van Antwerpen.

De forten Liefkenshoek en Lilloo
Geuzen trekken op naar Leiden

De Zeeuwen helpen de Hollanders een ontzetvloot te vormen om Leiden te redden. Zierikzee, Vlissingen, Middelburg, dat een jaar lang belegerd is geweest, Veere en Arnemuiden brengen geld bijeen. Het algemeen belang staat voorop.

Links: De watergeuzen trekken naar Leiden nadat het hele land tot Rotterdam onderwater was gezet. Leiden moest ook na maanden belegering behouden blijven voor de opstand, anders was alles voor niets. Op de prent de vlag van de opstand: De prinsenvlag, Oranje, wit en blauw. Later werd de vlag rood, wit en blauw.

Burgemeester Van der Werff (links) ontvangt watergeus Louis de Boisot

Begin september komt de vloot met schepen uit Vlissingen en Zierikzee in Rotterdam aan. Lodewijk van Boisot en Joost de Moor hebben de leiding over 800 geharde kerels, die gewend zijn Spanjaarden te verslaan. Sommigen voeren een zilveren maan op de hoed met het opschrift: "liever Turksch dan Paapsch".

Boisot laat de zijwanden van de schepen met planken betimmeren om het indringen van de kogels te beletten. Het wachten is nu op hoog water en dat duurt lang. Willem van Oranje bezoekt Boisot en zijn mannen en spreekt hen moed in.

Met de Zeeuwsche voorhoede is Boisot de eerste, die Leiden binnenvaart, waar hij uitbundig wordt toegejuicht. Het Leidens Ontzet is een mijlpaal in de strijd om de onafhankelijkheid van de piepjonge republiek. Als blijvend monument schenkt Willem van Oranje de stad een universiteit, de eerste in Nederland. Tot aandenken aan hun krachtigen bijstand ontvangt Boisot een gouden keten met erepenning.

Met Boisot loopt het slecht af. Hij trekt naar het belegerde Zierikzee. De Spanjaarden komen achter het aanvalsplan nadat zij een postduif met een brief voor Zierikzee onderscheppen. Er komt geen uitval uit de stad en de boot van Boisot loopt aan de grond. Het wordt eb en de vijand nadert. Boisot springt overboord en probeert zwemmend te ontkomen. Hij verdrinkt waarschijnlijk door uitputting. Dat is op 27 mei 1576. Prins Willem van Oranje noemt zijn dood een groot verlies. Hij heeft veel achting voor deze geus van het eerste uur. (Bron: www.zeelandboek.nl en Een prince van Oraengien van A.P. Bijl)

Zierikzee

Bij Zierikzee is lodewijk Lodewijk van Boisot, admiraal van de geuzen waarschijnlijk verdronken.

Gouverneur van Walcheren
Een broer van Lodewijk, Charles de Boisot, speelt ook een belangrijke rol in de opstand. Hij tekent het Compromis en medestander van Brederode, de Grote Geus, en Willem van Oranje. Alva neemt zijn goederen in beslag. Als geus helpt hij in 1572 mee de besturen van steden in Holland en Zeeland omver te werpen. Charles de Boisot vecht mee tegen de soldaten rond Haarlem.

Hij is op 17 juni 1573 gouverneur van Vlissingen en op 3 augustus is hij de baas van het belangrijke fort Rammekens aan de Schelde. Nadat de Spanjaarden uit Middelburg en Arnemuiden zijn verjaagd is Charles ook nog gouverneur van deze steden. Zijn belangrijkste taak is de vijand in Antwerpen en de scheepvaart op de Schelde in de gaten houden. Hij hoort in september 1575 dat een Spaans expeditieleger onderweg is in de Zijpe tussen Sint Philipsland en Duiveland. Bij de gevechten zou hij niet door de vijand, maar door eigen vuur zijn gedood. Dat is op 29 september. Mannen van de Franse, Engelse en Schotse soldaten zouden met opzet Charles de Boisot hebben gedood. De soldaten van Mondragon landen kort daarna op de kust van Duiveland om Zierikzee te belegeren. De muren van de Zeeuwse stad zijn van oktober 1575 tot 2 juli 1576 frontlinie tussen de soldaten van Oranje en van koning Filips.

De baas van de schatkist van de keizer trekt zich terug
De vader van Lodewijk en Charles de Boisot, Pierre, is adviseur van keizer Karel V, de vader van koning Filips II. Hij zit in de raad voor de financien en schopt het tot thesaurier-generaal. Rond 1562 trekt hij zich terug uit het openbare leven.

(bron: Dutch Revolt en Jan Blokker, Waar is de Tachtigjarige Oorlog gebleven?)