Home

De slag bij Heiligerlee

23 mei 1568

Het motto van het korps Commandotroepen, nunc aut nunquam 'nu of nooit', is ontleend aan de slag bij Heiligerlee. Lodewijk van Nassau, de radicale broer van Willem van Oranje, verslaat Spaanse troepen, nadat hij de vijand in een hinderlaag heeft gelokt. Waalse scherpschutters spelen een belangrijke rol bij de overwinning evenals een moeras waarin de vijand terechtkomt.

Maar de jongste broer van Lodewijk, Adolf van Nassau (afbeelding rechts) sneuvelt op 27-jarige leeftijd. De Tachtigjarige Oorlog is begonnen.

Adolf van Nassau sterft

Lodewijk van Nassau krijgt op 6 april 1568 opdracht van Willem van Nassau, heerser van het staatje Oranje, een leger te werven. Het legertje van Lodewijk, twaalf ruiters en zeventig infanteristen, passeert op 22 april 1568 bij Bunde de grens tussen Oost-Friesland (nu Duitsland) en Groningen en bereikt een dag later met het inmiddels tot 300 man aangegroeide leger de versterking Bellingwoude.

Grietman Homme Hettinga van Baarderadeel, Lancelot van Brederode, halfbroer van de Grote Geus, en Bartholt Entens van Mentheda zijn van de partij. Lodewijk verjaagt met zijn troepen op 24 april Spaanse soldaten uit het strategische belangrijke slot in Wedde. Wedde wordt het voorlopige hoofdkwartier. Vrijwilligers trekken naar Wedde en Willem van Oranje stuurt verse troepen. Lodewijks leger groeit op 27 april tot zo'n 700 man.

Links: Adolf van Nassau sneuvelt. Zijn paard slaat op hol en hij belandt tussen Spaanse soldaten.

Begin mei 1568 voegt zijn broer Adolf van Nassau zich ter hoogte van Winschoten met ruim 200 ruiters bij hem. Veel ruiters vochten enkele weken eerder mee bij Roermond en Dalem (Daelhem). Onder hen Joost van Schouwburg, de graaf van Hoogstraten en Lumey. Gezamenlijk gaat de reis naar de versterking Appingedam.

In Appingedam groepeert zich het leger vanaf 2 mei. Jan Abels uit Dokkum en Jan Broeck uit Amsterdam schieten te hulp met schepen vol munitie en voedsel uit Emden te hulp. Op 7 mei is Aremberg nog in Arnhem. De voorbereidingen voor een beleg van de stad Groningen begint. Op 20 mei 1568 zijn daar Spaanse troepen onder commando van graaf Aremberg aangekomen. Ze wachten op versterking die vanuit het zuiden onderweg is.

Legenda Rode lijn = geuzenleger van Lodewijk van Nassau Gele lijn = Spaanse leger onder de graaf van Aremberg De meertjes zijn (van boven naar beneden naar rechts achtereenvolgens) Het Schildmeer en het Sappemeer. Kruis: klooster Heiligerlee en Wittewierum, Kerk zijn kerkdorpen en bv Bellingwoude en Winschoten zijn versterkingen.

Kaart van de slag bij Heiligerlee
Monument in Heiligerlee

Het is 21 mei. Bij het klooster van Wittewierum stuiten troepen van Aremberg op soldaten van Lodewijk van Nassau. Van Nassau trekt zich terug.

In de nacht van 22 op 23 mei gaat Lodewijk met zijn leger naar Winschoten. De troepen van Aremberg achtervolgen hun overdag. Lodewijk zoekt een plek voor een hinderlaag. Bij het klooster van Heiligerlee vindt hij een geschikt terrein. Dezelfde dag nog vechten de vijanden, die over ongeveer evenveel mannen beschikken, een verbeten strijd uit. De slag duurt slechts twee uur; van zeven uur tot negen uur 's avonds.

De troepen van Aremberg komen vanuit Winschoten. Het leger van Lodewijk van Nassau splitst zich in drieën en neemt de troepen van Aremberg in de tang. De Spanjaarden worden in de moerassen gedreven, zuid-oostelijk van Winschoten. De hulptroepen voor Aremberg uit Coevorden komen te laat. Ongeveer 1700 Spaanse huursoldaten komen om. Lodewijk zou slechts veertig man verliezen.

Links:
het monument in Heiligerlee verbeeldt de wil van het Nederlandse volk dat de bezetter op de knieën dwingt. Op het monument staat: 25 mei 1568. De eerste zege in de Tachtigjarige Oorlog voor de vrijheid der Nederlanden.

Slag bij Heiligerlee
De eerste veldtocht in opdracht van Willem van Oranje op Nederlands grondgebied die is gewonnen. Het doel is een volksopstand te ontketenen tegen het Spaanse gezag. De graven Lodewijk en Adolf van Nassau doen met 3000 infanteristen en 300 ruiters een inval in het noorden. De veldtocht mislukt. Het komt niet tot een algemene volksopstand. Lodewijk van Nassau wordt na enkele weken al weer het land uitgejaagd. Direct na de nederlaag laat de hertog van Alva mensen terechtstellen op de markt in Brussel: Gijsbert en Dirk van Bronckhorst en Batenburg, Jan Blois van Treslong, Filips van Wingle, Pieere d' Andelot en Jacob van Ilpendam, secretaris van de Grote Geus. De volgende dag beklimt Jan van Villers het schavot en op 5 juni volgen Egmond en Hoorne. Boven: Slag bij Heiligerlee. Helemaal links Winschoten. bron: koniek van de Opstand in de lage Landen, 1555-1609.

Diederik van Sonoy komt op 17 juni met een leger met 1300 geweren uit Wezel. Lodewijk van Nassau geeft Sonoy opdracht de schepen van Abels en Broeck tot een vloot om te vormen. Op 1 juli 1568 is het instituut watergeus geboren wanneer de eerste commissiebrief is getekend. Zij verjagen de schepen van Boschhuyzen.

Graff Ludwich wie ein Khuener heldt
Zu Groningen sich gab ins feldt

Da der von Arnbergh und seine bendt.
Von ihm erschlagen und zertrent

Sexstuck geschurz sampt allehadt
Gelt, pferdt, wagen und Proviandt.

Erobert hat, zur selber frist.
Graff Adolf auch erschlage ist. onderschrift afbeelding boven

Zie ook slagen en landgangen