'Je gaat letterlijk voor elkaar door het vuur'

DELDEN „Met m’n poten in de modder staan”. Het klinkt misschien vreemd uit de mond van een vrouw met een universitaire opleiding. Maar Karin Groenewegen-Ter Morsche (26), de eerste brandweervrouw van het korps Delden, wil niets liever. „Mensen helpen die in nood verkeren zit in m’n genen”, zegt ze en haar ogen stralen vastberadenheid uit.

Na een opleiding van ruim twee jaar zal ze vanaf april actief meewerken met het Deldense korps dat dan 24 vrijwilligers telt. „Ik ben besmet met het brandweervirus. Het klinkt als een cliché. Maar het is echt zo. Als er waar ook ter wereld iets gebeurt, voelen brandweerlieden met elkaar mee. Toen in mei vorig jaar drie collega’s in De Punt (Drenthe) omkwamen voel ik me verbonden met de andere brandweerlieden. Dat kan ook niet anders. Want je gaat letterlijk voor elkaar door het vuur.”

Karin Groenewegen-Ter Morsche ging naar het VWO toen bijna tien jaar geleden de opslagplaats met vuurwerk de lucht in vloog. „Vanaf dat moment wist ik zeker dat ik bij de politie wilde, mensen helpen.” Dat het de brandweer werd kwam door haar vervolgstudies. Ze studeerde daarna onder meer veiligheidsbestuur aan de universiteit Twente en onderzocht hoe mensen zich gedragen in een noodsituatie. „Blijkt bijvoorbeeld dat mensen in een hotel vluchten via de weg die ze gekomen zijn en de deuren waar de bordjes nooduitgang boven hangen negeren.” Twee en een halve dag in de week werkt ze bij het Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) in Arnhem en anderhalve dag werkt ze thuis. „Ik miste de actie, de hulpverlening. Met je poten in de modder staan.”

Bij het brandweerkorps van Delden kon ze snel haar draai vinden. „Het ging makkelijker dan ik had gedacht. Je werkt in een mannenwereld. Soms heerst er een beetje een machocultuur. Dat is wel wennen maar het is zeker niet vervelend. Je moet niet direct piepen na de eerste opmerkingen. Maar tot nu toe heb ik geen enkel vervelende opmerking gehoord. Maar goed. Ik sta ook snel met een antwoord klaar.”

Het enige probleempje waar ze een oplossing voor moet vinden zijn de feestjes. „Meestal gaan de mannen bij elkaar zitten en de vrouwen apart. Moet mijn man dan bij mijn collega’s gaan zitten en moet ik aanschuiven bij de vrouwen? Wat moet ik dan? Ja, en nu?"