Rondleiding op 150 hectare groot grondgebied van de familie Bakker - Hänisch ten Cate
Met laarzen banjeren over landgoed

DELDENERBROEK Mede-eigenaar zijn van een echt landgoed. Het klinkt fantastisch, alsof je een schatkist hebt waarin het geld zo binnen stroomt. Maar de werkelijkheid ligt natuurlijk veel genuanceerder.

Mede om die reden doen Hein Bakker en zijn moeder, mevrouw Bakker-Hänisch ten Cate mee aan de reeks landgoedwandelingen, om meer begrip te kweken. Zaterdag om half twee houden zij een rondleiding op het 150 hectare grote landgoed ‘t Warmtink aan de Rijssenseweg in Deldenerbroek. „De reden dat wij meedoen is dat er een verkeerd imago over landgoederen bestaat”, vertelt Hein Bakker die in 1992 op ‘t Warmtink boer werd. „Eigenaren van landgoederen zouden rijk zijn, luxueuze huizen hebben en onbenaderbaar zijn.”

Boerderij op plek van voormalige Huis Warmtink in Deldenerbroek

Boven: Op de plek waar eens het huis Warmtink stond rest nu nog een grote boerderij. Het terrein is omgeven door grachten. Het park bij het Warmtink is nog herkenbaar. Er zijn wandelpaden langs de Rijssenseweg.

Warmtink Deldenerbroek

De werkelijkheid is anders. „Een landgoed is een eeuwenoud monument dat met de tijd mee moet bewegen”, vertelt Hein Bakker. „De bosbouw levert op dit moment nauwelijks iets op, hoewel ‘t Warmtink uit vijftig hectare bossen bestaat. Hein Bakker is de enige agrariër op het landgoed. Hij houdt zo’n kleine driehonderd blonde d’aquitaine koeien. „We halen er een redelijk rendement uit”, vertelt hij aan de keukentafel. „Maar daar moeten we wel hard voor werken.”

Landgoed ‘t Warmtink met zijn essen, bossen en weides is stokoud. Al in 1430 is de naam op papier verschenen. Graaf Otto van Bronkhorst en Borculo gaf Willem Ribbert, die op ‘t Warmtink woonde, toestemming rogge te verkopen. ‘t Warmtink kwam daarna in handen van de adellijke familie De Reiger naar wie de sporthal in Delden is genoemd. De familie De Reiger woonde ook op de havezate Dubbelink in Azelo. Maar ‘t Warmtink is nooit een havezate geworden. De bewoner kreeg daardoor nooit zitting in het college van ridderschap en steden, tegenwoordig bekend als provinciale staten.

 

Toch kende het huis ‘t Warmtink grachten. Die zijn nog steeds duidelijk zichtbaar, hoewel er alleen ‘s winters nog water in staat. Bij toeval is ontdekt dat het huis ‘t Warmtink in 1552 is gebouwd of verbouwd. „Voor een familiedag in het jaar 2000 heeft mijn vader een boekje geschreven over de historie”, vertelt Hein Bakker. „In de beek bij het erve Overbeek in Boekelo is in 1953 de oude gevelsteen teruggevonden met de tekst Arent Reiger en Berte Mol legden de eerste steen in 1552. „De familie De Reiger verkocht ‘t Warmtink aan de wijnkoper Gewin waarvan een nazaat in Delden bekend werd als huisarts.”

Anthony Oberman, zoon van Grietje ten Cate, schilderde ‘t Warmtink in 1807. Negen jaren later wordt ‘t Warmtink voor de tweede en laatste keer verkocht. Egbert Coster en schoonzoon Hendrik ten Cate nemen het landgoed over. Enkele decennia later is het huis gesloopt. Het landgoed werd daarna bestuurd vanuit een boerderij met herenkamer aan de Warmtinklaan. Behalve het grachtenstelsel is alleen een deel van de lanen van het voormalige park behouden.

Belangstellenden die mee willen met de landgoedwandeling op ‘t Warmtink moeten zich vantevoren opgeven via e-mail: bakker06@planet.nl of via telefonnummer 035 5416926. Geadviseerd wordt goed sluitende kleding mee te nemen tegen teken en laarzen.