Kopie van servies Willem Alexander en Maxima in Oranjemuseum


Welk servies kregen Willem Alexander en Maxima toen zij bijna zes jaar geleden de villa Eikenhorst in Wassenaar betrokken?  Het antwoord op die vraag is te vinden in het Oranjemuseum in Diepenheim. Een 150-delig, vele duizenden euro's kostende en  met goud versierde Villeroy en Boch staat er uitgestald. Waar de afzonderlijke delen precies moeten liggen, dat kan Sietze  Visser, voormalig butler van prinses Armgard vertellen.

Sietze Visser is aangesteld door niemand minder van prins Bernhard, de zoon van Armgard. Bernhard kocht het kasteel Warmelo  in Diepenheim voor zijn moeder en kolonel Pantchulidzew met wie zij het huishouden deelde. De prins plaatste een advertentie  in, onder meer De Boerderij. De vijftienjarige Sietse Visser die opgroeide in Friesland solliciteerde en werd prompt  aangenomen. "Ik begreep aanvankelijk niets van wat er werd gezegd. Alles ging in het Duits en ik sprak amper Nederlands." Zelfs op schoenen lopen viel niet mee. "Ik was klompen gewend."

Sietze begon met het verzorgen van de paarden, het poetsen van de dure auto's en het schoonhouden van de stallen bij het  Warmelo. "De hoofdbutler, Jaarsma, heeft me alles geleerd wat ik weten moest. Hij deed voor hoe je mensen moet bedienen aan  tafel." Hoge gasten betekende veel spanning. De hulp van nog twee butler werd ingeroepen. Er mocht absoluut niets fout gaan.  "Eén keer had iemand zich tijdens het eten gesneden en bloedde aan één vinger. Tijdens het opdienen viel een druppel bloed op  het tafelkleed. Nou dat was me wat. Gelukkig moesten we iets opdienen dat rood was en konden we de druppel bloed snel  wegvegen, alsof we iets hadden gemorst."

Een echte grote blunder maakte Sietze met de grote Amerikaanse Licoln. "Ik reed te hard en schampte langs Benheimerzandsteen.  De schade was groot. Ik schaamde me dood. Maar daar werd niet moeilijk over gedaan. Als je maar eerlijk bent en vertelt wat  er is gebeurd."

Veel vrije tijd had Sietze bijna niet. Hij werkte twaalf dagen achter elkaar van half zeven 's morgens tot negen uur 's  avonds. Daarna was hij een weekeinde vrij. "Jaarsma had helemaal nooit vrij."  Toen Sietze in militaire dienst moest belde  prins Bernhard na zeventien maanden met defensie. "Sietze Visser is op het Warmelo nodig. Eén telefoontje was genoeg om mij  weer naar Diepenheim te halen."

Sietze Visser noemt prins Bernhard een joviale man die je zo opdracht kon geven een bepaald telefoonnummer te onthouden dat  even gebeld moest worden. Zijn moeder hield van de tuinen van het Warmelo en haar levensgezel, de kolonel, was het liefst bij  zijn paarden.

Na het overlijden van de kolonel in 1969 kreeg Sietze ontslag. "Tja en wat doe je dan? Ik aarzelde, maar iemand zei wordt  toch tuinman. Bij de gemeente Hengelo kon ik zo aan de slag. Armgard die heel veel hield van tuinieren, moedigde me aan de  baan te accepteren. Als het niet beviel dan kon ik zo terugkomen."

Sietze Visser helpt met zijn vrouw Gerry Visser-Teeler drie keer per jaar mee al het zilverwerk te poetsen van het  Oranjemuseum.