„Ons Zoutmuseum is culturele onderneming”

26 februari 2011

DELDEN Het Zoutmuseum heeft sinds twee weken een nieuwe, enthousiaste voorzitter. Hans Breukink (63) oud-beleidsmedewerker van de gemeente Hengelo heeft er zin in. „Ik hoorde op kerstavond van een vriendin dat het Zoutmuseum op zoek is naar een opvolger voor Jo de Leeuw”, vertelt Breukink op de zolder van het museum dat vorig jaar het 25-jarig jubileum vierde.

Breukink is geboren en getogen op een boerderij bij Vorden in de Achterhoek. Hij werd schoolmeester in Zutphen en constateerde onmiddellijk een kloof tussen het onderwijs uit het boekje en de praktijk. „Ik kwam laatst een oud-leerling tegen en die wist nog precies dat we bij een glastuinbouw kweker zijn geweest.”

Breukink liet een vleermuis door de klas vliegen, nam takken mee naar school en braakballen. Ook hield hij workshops voor collega’s. Toen eind jaren ‘70 natuur- en milieueducatie hoog op de agenda stond bij de overheid kocht hij een huis in Delden en ging aan de slag bij de gemeente Hengelo als consulent. Hij gaf voorlichting, adviseerde de wethouder en hielp mee met de organisatie van gescheiden inzamelen van afval, de bouw van een afvalbrengpunt en hij spoorde burgers aan zelf hun afval te gaan composteren totdat Twente Milieu is opgericht.

Ruim 40 jaar werkte Breukink voor de overheid. Een jaar geleden nam hij afscheid en dompelde zich onder in zijn hobby: het bestuderen van rotsplantjes. Daarna wilde hij toch snel weer onder de mensen komen. „Ik heb met Jo de Leeuw gebeld, een paar gesprekken gehad, het beleidsplan en de statuten gelezen. Ik kreeg er een steeds beter gevoel bij.”

Breukink is onder de indruk van het grote aantal van medewekers: 45. „We praten hier niet over vrijwilligers. De betrokkenheid is heel groot”. Ook spreken de medewerkers niet van een museum maar van een culturele onderneming. „En dat is niet voor niets. We krijgen geen subsidies. We hebben alleen twee sponsors.”

Breukink realiseert zich dat draaien op onbetaalde krachten een risico met zich meebrengt. „Des te belangrijker is de interne communicatie. Mensen goed informeren wat er speelt, belangstelling tonen en aandacht geven. En nieuwe activiteiten met elkaar bedenken, zoals een zoutkristallenwedstrijd.”

Ook wil Breukink een nieuwe experiment, de combikaart, uitbouwen. „Vorig jaar verkochten we toegangsbewijzen voor de tuinen van Twickel en het Zoutmuseum. Een succes. Maar dat kunnen we ook doen met de Wendezoele, de Noordmolen en de Zaagmolen. Delden heeft zoveel te bieden.” Het aantal bezoekers moet groeien, net als de collectie in de museumwinkel. „Ik ben me nog aan het warm lopen. Maar ik zie veel mogelijkheden vooral op het gebied van samenwerking met andere instellingen.”