Landbouwmuseum Erve Niehof zoekt vrijwilligers voor rondleiding

DIEPENHEIM - Smakelijk vertelt hij het verhaal over graaf Van Dalen die 900 jaar geleden de dochter van Wolbertus schaakte uit een klooster en hij wijst meermalen met beide wijsvingers naar de grond. „Hier gebeurde dat. Hier woonde Wolbertus. Op deze plek stond zijn burcht.” Het zou de oudste plek van Diepenheim zijn direct naast watermolen Den Haller, vermoedelijk de oudste watermolen van heel Nederland, zegt Wikipedia.

Jan Morsink (76) van Erve Niehof is trots ‘zijn’ landbouwmuseum waar tien vrijwilligers actief zijn. Maar dat is wel te weinig. „We hebben meer mensen nodig. Ze hoeven niet persé alles van de historie te weten hoo.” Morsink, geboren en getogen in Deldenerbroek, loopt met zijn onafscheidelijke sigaartje tussen de vingers de bakschuur in, een rijksmonument ja, net als de oude watermolen. „Als we gaan bakken moeten we twee dagen vantevoren al beginnen met de oven op te warmen, anders scheuren de muren.” Het bakhuis is heel bijzonder onder meer omdat het gebouw zo groot is. Links ervan ligt een flinke takkenbos en veel houtblokken en rechts gereedschap en eetgerei als mokken en bekers. Er is genoeg ruimte voor een grote tafel met stoelen en banken.

Het erf dat Morsink en zijn vrouw Annie jaren geleden van een oud-wethouder van Diepenheim kocht is ook bijzonder door de indeling en hij wijst naar de waterput van Bentheimerzandsteen. „Met een wichelroede is precies uitgezocht waar ondergronds water stroomt. Daar is de put gemaakt. Water is essensieel op een burcht. Het bakhuis, de schuur en de boerderij met endkamer zijn precies rondom de waterput gebouwd. Het gebied rond het erf ligt laag en zet je zo onder water ter verdediging.”

Maar in 1177 ging de burcht bij de watermolen van Diepenheim toch in vlammen op en is zelfs nooit meer herbouwd. „Vergeet niet, we zitten op slechts anderhalve kilometer van de grens met Gelderland, eeuwenlang de vijand van de bewoners in Twente. En de belangrijke Molenbeek die hier langs stroomt kreeg eens al het water uit de grote Buurserbeek.” Monniken uit Deventer groeven ‘pas’ 600 jaar geleden de Schipbeek en maakten een aansluiting op de Buurserbeek. De Regge degradeerde toen tot een onbeduidend beekje. De Schipbeek was vanaf dat moment (rond 1400) de nieuwe verdedigingslinie tegen de soldaten uit Gelre.

Het erf van de familie Morsink is een bezoek meer dan waard. De deel staat vol oude materiaal als een smorre om koffie te zetten, een palingvork en slachtgereedschap. Ja, Morsink ging naar de rijks middelbare landbouwschool in Hengelo, werkte op tal van boerderijen, maar werd vrachtwagenchauffeur en begon een zeer succesvolle taxionderneming. Hij reed bewoners van de kastelen uit Diepenheim rond. En dan is er nog de winkel met arikelen uit de jaren 50 en 60, van voor de mechanisatie. De wederopbouw na de oorlog was in volle gang. Steeds meer was er te koop. Maar het handwerk en de paardenkracht verdwenen. „Vroeger, zoals bij ons thuis, was je met twaalf koeien een grote boer. Zo’n 300 liter melk produceerde je per dag. Tegenwoordig levert een melkhouderij 20.000 liter per dag op wil je winstgevend zijn.”

In 1988 verscheen een oproep in de krant van Morsink aan het adres van boeren om hun oude spullen beschikbaar te stellen voor een nieuw museum. Van alle kanten boden boeren interessante werktuigen en kleine machines in bruikleen aan en sinds de bordjes van de zes kastelenroute zijn geplaatst en daarna nog veel meer routes is het aantal bezoekers flink gestegen. Net als de bezoekers die slechts een euro entree betalen. Open op dinsdag, donderdag en zaterdag van 13 tot 17 uur en in juli en augustus ook op zondag.

In het museum is onder meer te zien: Een bietensnijder, een mangel, een palingvork, slachtgereedschap, een boerenwagen, een driewielerhandkar, een stortkar, een hooischutter, een hooihark, een graanmaaier, een dorsmolen, een aardappelsorteerder, eggen, ploegen, een zeilwagen, een kaasbrik, een timmermanswerkplaats, een houtdraaimolen, tandpijnstaafjes, kroonpennen, verloflikeur van Liberty in Hengelo, er is een nektarkroeg van het IVN