Zo is Diepenheim ontstaan

De oorsprong van Diepenheim ligt bij Huize Diepenheim, waar een voorstadje en een slotkapel bij hoorden. Rondom Huize Diepenheim ontstonden borgen die uitgroeiden tot landhuizen, Het Nijenhuis, Westerflier, Pekkedam en Warmelo. Nabij Huize Diepenheim woonden arbeiders en middenstanders in het Stedeke’. Het huis en het stadje zijn verbonden door de Grotestraat met de slotkapel op de cruciale verbinding.

Waar een vergelijkbare nederzetting als Almelo (Grotestraat, en Huize Almelo met Grote kerk = Slotkapel als traît d’union) tijdens de industrialisatie uitgroeide tot een fabrieksstad, bleef Diepenheim klein door de aanwezigheid van de landgoederen rondom. Die landgoederen met hun tuinen, vijvers, lanen en bospercelen bepalen het landschap om Diepenheim nog steeds in hoge mate. Ze vormen de context van het dorp samen met bouw- en weilanden tussen omringende houtwallen, de beken in de bovenloop van de Regge en de glooiingen uit de IJstijd. De relatie tussen landschap en de bebouwing is vooral in het westelijk deel van Diepenheim sterk. Ter plaatse van het Rosarium dringt het buitengebied door tot aan de Grotestraat. Aan de oostkant werd Diepenheim in de 20 eeuw uitgebreid met vrijstaande en halfvrijstaande huizen aan boomrijke, gebogen lanen. De Grotestraat, die begint bij Huize Diepenheim en de kerk eindigt op het ‘plein onder de Platanen’, het hart van Diepenheim en de verbinding met de oostelijke uitbreiding. De voorstellen in dit plan bevinden zich in het westelijke, meest historische deel van Diepenheim, waar de bomen om huize Diepenheim overal zichtbaar zijn, waar de genoemde beken stromen en waar de historische perioden het best herkenbaar zijn. Het contrast tussen Kerk en Kunstverenigingsgebouw is daarvan een sprekend voorbeeld.

Aan de Grotestraat staan de huizen naast elkaar aan de stoep. Direct achter (ten noorden van) de Grotestraat loopt de Middenstraat met huizen aan de stoep zowel als tuinen en vrijstaande huizen. Daarachter de Hagen, de oude begrenzing van het dorp. Direct buiten de Hagen bevindt zich de herberg De Pol, de bleek met de spoelsloten en de eerder genoemde gebouwen met een historische waarde, het Ottenhuis, voorbeeld van een Twents ‘Los Hoes’, de Maalderij en het Diepvrieshuis. Ten oosten van de bleek bevindt zich het Cultureel Centrum in een karakteristiek gebouw uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. Daarnaast staat de voormalige galerie Nijenhuis, als overgang naar de recente villabuurten. Het gebouw bood eerder onderdak aan een kleuterschool. Loodrecht op de Grotestraat, de Middenstraat en de Hagen is de Raadhuisstraat het begin van de weg naar Markelo. Het voormalige Raadhuis staat op de hoek van Grotestraat en Raadhuisstraat, tegenover de Kunstvereniging. Na de kruising met Broenshof/Ruimersdijk begint, vanuit de Grotestraat gezien onmiddellijk het buitengebied.