Nieuwe voorzitter Historisch Goor

GOOR - Ongeveer 35 jaar is hij weggeweest uit Goor en nu is hij toch vrij plotseling voorzitter van de stichting Historisch Goor geworden. Hoe is dat mogelijk? Voor Ubbo Borgesius is dat geen moeilijke vraag. "Goor dat is mien pleatske." Hij bezocht altijd trouw zijn moeder toen hij in München bij BMW werkte. Maar hij sloeg ook geen enkel School- en Volksfeest over. "Ik heb gewerkt in Engeland, België, Zwitserland en Duitsland. Maar ik heb Goor nooit uit het oog verloren. Ik heb altijd gedacht een keer naar Goor terug te keren."

Borgesius, zoon van de gemeentesecretaris van de voormalige gemeente Goor, houdt van Oldtimers en van sleutelen. Bij de rellie kon hij enkele jaren zijn ei kwijt. Toen hij in het buitenland werkte kwam hij elk jaar de dag voor het Schoolfeest naar Goor. "Oude vrienden opzoeken. We hadden elkaar altijd zoveel te vertellen." Borgesius verhult niet dat hij vroeger een kwajongen was. "We staken een keer riet aan bij het Huis Heeckeren. Hebben we ons drie uur verstopt in een duiker." Toen hij wat ouder was werd hij medeoprichter van de Cosy Club. "We begonnen in de achterzaal van Herberg De Pot in Markelo. We organiseerden optredens van jonge Twentse muziekbandjes.”

"Toen de E8 nog door Goor liep waren hier wel veertien kroegen. Er is hier zo'n saamhorigheidsgevoel. Meedoen vinden de mensen hier heel belangrijk. Daardoor zijn er zoveel verenigingen en muziekgroepen."

De grootvader van zijn moeder was één van de oprichters van de Twentse Stoomblekerij. "Ik ken Goor heel goed. En elke keer wanneer ik terugkwam was er wel weer ergens een oud pand gesloopt. Dat vond ik zo jammer." Borgesius heeft als voorzitter van Historisch Goor twee doelen voor ogen: Op de eerste plaats moet het museum in het voormalige stationsgebouw beter bekend worden in Goor, omdat er zoveel van de geschiedenis van Goor te zien is, zodat het aantal bezoekers stijgt en op de tweede plaats wil Borgesius naar mogelijkheden zoeken om de jeugd meer bij het museum te betrekken.

"Zij kunnen zich dan langzamerhand een goed beeld vormen van de plaats waar zij zijn opgegroeid. Soms vinden mensen geschiedenis maar niets. Ik zeg dan altijd: historie dat ben je zelf. Je weet toch wie je opa en oma zijn? Dat waren jouw familieleden. Zij zijn nu toch ook geschiedenis?"