Nieuw ere-lid Kingma niet in de rellie

22 juni 2010 Alleen Goorse vrouwen weten wat het betekent dat hun mannen meewerken aan de rellie. ?Trouw je een vrouw uit een andere plaats, die accepteert dat nooit?.

Hendrik Kingma maakt geen grapje. De inmiddels tot erelid gebombardeerde relliemedewerker weet waar hij over praat. Al 37 of 38 jaar is hij van de partij. Dat betekent zes weken langs elke avond van huis. Hij sleutelt dan aan grote en kleine voertuigen voor de optocht. ?Alleen op zondag werken we niet?, vertelt hij terwijl hij een sigaartje opsteekt. ?Dan moeten we vergaderen, in het café.?

Vrouwen mogen niet meedoen aan de rellie. Ook na ruim zestig jaar niet. Er wordt natuurlijk wel wat gedronken en dan zou een vrouw al snel voor ruzie in de tent kunnen zorgen. Daarvan is iedereen zich bewust. Dus moeten de kerels van de rellie soms zelf in vrouwenkleding de straat op. Hendrik laat in dat geval wat maken bij zijn buurvrouw. En zo kwam hij in of 1988 in contact met Gerrit Dijkerman die net als Hendrik Kingma zo handig is met gereedschap dat hij bijna alles kan bouwen dat in zijn hoofd op komt.

Alleen uitstekende monteurs en mensen die beschikken over technisch inzicht kunnen meedoen aan de rellie. Al ruim zestig jaren sluiten de deelnemers van de rellie de grote Allegorische optocht af. Zondag is het weer zover. En hoewel de tientallen grote en kleine wagens, waaronder een vliegtuigje, bij lange na nog niet klaar zijn, heeft het duo er alle vertrouwen in dat alles op tijd af is. ?Anders komt er weer een plaknacht. Dan moeten we nog een hele nacht doorwerken om krantenpapier aan de wagen te plakken.? Komende zondag gaat Hendrik Kingma voor de eerste keer niet mee met de optocht. ?Ik sta dan langs de kant van de weg met mijn kleinkinderen. Dat heb ik met mijn eigen kinderen nooit gedaan. Daar gunde ik me nooit tijd voor.?

In de loop van de jaren is veel veranderd. ?Nu bouwen we wagens met draaiende delen die water spuiten. Nu is alles veel geavanceerder. Vroeger gingen we op zondagmorgen het bos in om takken te verzamelen en gebruikten we oude rommel, als ijzerdraad en textiel en lasten we een platform om alles op te bevestigen bijvoorbeeld aan een onderstel van een oude VW-kever. Een keer ging ik mee als Calimero. Hadden we een auto volgestapeld met van alles en nog wat. Zakte het voertuig door de vering. Had iemand een oude buis uit het gras getrokken en per ongeluk aan de vulpijp van de tank gelast. Vloog de hele boel in brand. Ik ging toen niet mee als gele Calimero maar als een witte Calimero. En we zagen kans de wagen toch weer op te knappen. Deden we toch nog mee.?