Hier geldt noch tijd noch duur

HENGELO De mooiste begraafplaats van ons land ligt in het drukke stadshart van Hengelo. Een oase van rust. Het is bijna niet voor te stellen. Bij de plek waar eens het oude kasteel op Thiemsland stond werden rond een kapelletje vijf eeuwen geleden al Hengeloërs ter aarde besteld. Marinus van Rooy (77) leidt er regelmatig belangstellenden rond nadat ze zich hebben opgegeven via de stichting Oald Hengel.

Marinus is geboren en getogen in Hengelo naast het badhuis aan de Oldenzaalsestraat. Hij ging bij de Heemaf aan de Bornsestraat aan de slag in 1948. Vanaf zijn werkplek keek hij uit over de begraafplaats en zag er de laatste Hengeloër begraven worden. Daarna raakte het langzaam in verval. Door collega en Hengelo-kenner Piet Hamer interesseerde Marinus zich steeds meer in de historie van zijn stad.

Marinus herstelt kettingen op de graven, repareert graftrommels, houdt er toezicht en vertelt bijzondere verhalen die bij de zerken horen. Zo is er een groot graf waar geen namen op staan. "Zij mochten niet met elkaar trouwen omdat ieder een ander geloof had", vertelt Marinus. "Ze hebben op elkaar gewacht." Na hun dood konden ze eindelijk bij elkaar komen.

Beroemde families als Jordaan, stenvers, Ekker en Stork, eens mede-eigenaar van de grootste machinefabriek van ons land, liggen er begraven. Maar ook de laatste bewoner van het Huis Hengelo. "Dat was Mulert. Hij stierf op 33-jarige leeftijd aan een leveraandoening. Hij had zo'n beetje zijn hele vermogen opgezopen." Het oudste graf is van een zekere Segger van Borch Stenvorde die in 1625 stierf. Twente was toen nog Spaans en de Tachtigjarige Oorlog in volle gang. "Het zou interessant zijn als iemand iets over zijn achtergrond uitzoekt."

"Waar is toch mijn doopsgezinde dominee", vraagt Marinus van Rooy zich af op weg naar het volgende graf. "Ik heb net de steen schoongemaakt. Oh ja. Daar ligt hij. Kijk", zegt hij. "Op het graaf staat: Hij leeft voort in de harten van zijn vele vrienden. Ballot was zeer geliefd. Hij hielp weduwen en wezen met geld en sprak hen moed in."

Dat de begraafplaats, een oase van rust op een steenworp afstand van het drukke kruispunt Thiemsbrug, nog bestaat dankt Marinus aan Frederika ter Horst, een rijke vrijgezelle dame van de Deldensestraat die na haar dood in 1912 haar hele vermogen naliet voor het in stand houden van de begraafplaats. "De vereniging Gemeenschappelijk Onderhoud is toen opgericht", vertelt Marinus die nog zestien jaar uitvaartleider was op de begraafplaats aan de Oldenzaalsestraat. Een beeldje van haar herinnert aan haar goede daad. Een ander trots monument is een stokoude zonnewijzer. Daar ligt een zandstenen balk voor met daarop de wijze spreuk Hier geldt noch tijd noch duur.

ONDERSCHRIFT Marinus van Rooy toont het beeldje van Frederika ter Horst die haar hele vermogen in 1912 naliet voor de instandhouding van de middeleeuwse begraafplaats bij Thiemsbrug.