Home

Van Oranje wil met geweld erven
1566 - 1604
Om het bezit van Van Brederode is jarenlang gevochten

Willem van Oranje, één van de grootste Nederlanders? Geertruid van Bronckhorst draait zich in haar graf om als ze dit zou horen. Zij en de prins van Oranje vechten in de 16e eeuw een bitter conflict uit over een uitgestrekt bezit van 80 landerijen, zes heerlijkheden en twee kastelen in Holland en Utrecht. Van Oranje krijgt van de rechter ongelijk maar zet zelfs troepen in om zijn belangen te verdedigen.

Rechts: Bronckhorst is met zo'n 150 inwoners de kleinste stad van ons land. Sinds de fusie in 2004 is Bronckhorst een gemeente geworden met de dorpen: Hengelo, Hummelo, Keppel, Steenderen, Vorden en Zelhem. Van het slot uit de 12e eeuw is vrijwel niets meer te vinden.

Het kleinste stadje van Nederland: Bronckhorst aan de IJssel
Herberg in de Gouden Leeuw in Bronckhorst

De vader van Geertruid rijdt onmiddellijk na de Pacificatie van Gent naar Vianen waar de administratie van het uitgestrekte bezit wordt bijgehouden. De Spanjaarden die sinds het begin van de Tachtigjarige Oorlog de goederen hebben geconfisqueerd geven acht jaar later alles terug aan de rechtmatige eigenaar.

Maar wie is de rechtmatige eigenaar? Volgens Willem van Oranje is hij dat zelf. Hij zou alle bezittingen van Hendrik van Brederode krijgen.

Willem van Oranje en de twee jaar oudere Hendrik van Brederode kennen elkaar door en door. Ze groeien samen op als page aan het hof van de landvoogdes in Brussel. Van Oranje denkt dat zijn vriend alles aan hem zou nalaten. Hendrik van Brederode heeft dat schriftelijk laten vastleggen.

Van Brederode is verwant aan hoge edelen, zoals Van Oranje, en hij is zeer geliefd onder de lage edelen. Kortom, hij groeit snel uit tot de ideale leider van de Opstand in de Lage Landen tegen Spanje. Hij slaagt erin de scheldnaam van geus (bedelmonnink) om te toveren in een ere-titel. Als leider van de geuzen krijgt hij de ere-naam de Grote Geus.

Gemen
Hendrik van Brederode grijpt als één van de eerste edelen naar de wapens. In Antwerpen, Utrecht en Amsterdam stationeert hij rebellen. Zijn geuzenleger bij Antwerpen wordt echter genadeloos uitgemoord en wanneer het verzet in Vianen ineenstort vlucht hij hals over kop naar Duitsland.

Op kasteel Horneburg in Recklinghausen sterft Van Brederode op 37-jarige leeftijd in 1568, het jaar waarop de geschiedkundigen de Tachtigjarige Oorlog officieel laten beginnen. Van Brederode wordt begraven in Gemen, op slechts zo'n 15 km van Winterswijk. Willem van Oranje gaat naar Dillenburg.

Rechts: Het waterslot bij Gemen van de vriend van Hendrik van Brederode, Joost van Schaumburg.

Het waterslot van Gemen
Amalia woonde acht jaar bij HaarlemDe familie van Geertruid kwam oorpsronkelijk hier vandaanHendrik van Brederode resideerde in VianenAmalia woonde enige tijd bij haar zuster in BentheimAmalia woonde enige tijd in GronauHendrik van Brederode is begraven in 1568 in GemenHendrik van Brederode stierf in RecklinghausenAmalia en Hendrik werden er begravenGeboorteplaats en vluchtplaats Willem van OranjeAmalia von Neuenahr vlucht naar kasteel LorbachHendrik van Brederode en Willem van Oranje groeien aan het hof van de landvoogdes op

Onterft
Vlak voor hij sterft schrapt Hendrik van Brederode zijn oude vriend Willem van Oranje uit zijn testament. Zijn zuster, die met Van Bronckhorst trouwde, wordt zijn enige erfgenaam. De grote vraag is nu: Waarom onterft Van Brederode Willem van Oranje?

Wellicht is Hendrik zwaar teleurgesteld in de keer-op-keer wijfelende houding van de prins om te vechten tegen Spanje. Van Oranje houdt bovendien hulp tegen toen het geuzenleger van Van Brederode vlakbij Antwerpen in de pan wordt gehakt.

 

De Spanjaarden geconfisqueren in 1568 het hele bezit van Hendrik van Brederode. Pas na de Pacificatie van Gent in 1576, Spanje geeft de bezittingen dan terug, barst de juridische strijd tussen de prins Van Oranje en Geertruid van Bronckhorst los. Het gevecht duurt maar liefst acht jaar en is ronduit bitter.

Het hof van Holland erkent in 1582 de eisen van Geertruid van Bronkhorst. Van Oranje kan geen aanspraak meer maken op de goederen, maar hij trekt zich daar helemaal niets van aan. Kapitein De Rovere houdt in opdracht van de prins Vianen met zo'n vijftig soldaten bezet.

De Staten van Holland vrezen dat de reputatie van Willem van Oranje schade zou oplopen. De troepen van de prins beschadigen zelfs het kostbare grafmonument van de Van Brederodes in de kerk van Vianen. De Staten nemen het optreden van Willem van Oranje niet. Ze brengen zelfs een eigen legertje op de been om de soldaten van de prins te verdrijven. Tot een echt treffen komt het net niet. Balthazar Gerards maakte in 1584 een einde aan het leven van Willem van Oranje waarmee het probleem uit de wereld lijkt te zijn.

 

Kapel van Bronckhorst

Boven: In de voormalige slotkapel van Bronckhorst zou nog een portret van Geertruid van Bronckhorst te bewonderen zijn.

Amalia von Neuenahr
Maar Geertruid rekent buiten de waard. Want de weduwe van Hendrik van Brederode, Amalia von Neuenahr - haar tante, maakt dit keer aanspraak op een deel van het voormalige bezit van de Grote Geus. Amalia is inmiddels getrouwd met de schatrijke keurgraaf van de Palts, Frederik de Vrome, die de strijd in de Lage landen tegen Spanje met enorme kapitalen steunt. Maar het gaat het echtpaar niet altijd voor de wind. De hertog van Alva houdt ook flink huis in het Duitse Rijnland en in Westfalen.

Na acht jaar huwelijk sterft de keurvorst, wordt het calvinisme verboden in de Palts en moet Amalia uitwijken naar Holland.

Links: een potloodtekening van Amalia von Neuenahr

Huis Ter Kleef met op de achtergrond Haarlem

Boven: Huis Ter Kleef met op de achtergrond Haarlem. De gebouwen zijn tijdens de belegering in 1572 en 1573 deels verwoest.

Ze woont van 1581 tot 1588 in het huis Ter Kleef bij Haarlem terwijl Geertruid van Bronckhorst op kasteel Batestein in Vianen resideert. Na drie jaar treffen de dames een schikking. Amalia von Neuenahr neemt genoegen met:
1. de inkomsten uit Vianen over de jaren 1588 tot 1590,
2. de eigendom van het huis Amaliastein bij Vianen, dat Hendrik van Brederode speciaal voor haar had laten bouwen,
3. een vorstelijke jaarlijkse uitkering.

Bentheim
Amalia reist na de schikking naar het slot Bentheim waar ze acht maanden bij haar zusje en haar man woont. Als weduwe van de keurvorst van de Palts heeft zij nog veel meer huizen en landerijen, zoals bij Heidelberg, de hoofdstad van de Palts, waar ze daarna woont.

Pas toen prins Maurits het Spaanse leger uit het Duitse Rijnland verdrijft, in 1597, denkt Amalia eindelijk terug te kunnen keren naar haar geboortestad Alpen. Beide partijen, de republiek en het Spaanse gezag, erkennen de neutraliteit van Alpen. De inkt van de overeenkomst is echter nog niet droog of kolonel De Mendoza bezet het stadje. Een ondergeschikte van hem vermoordt zelfs haar neef, graaf Van Daun-Falkenstein, lid van de hoge adel. Een siddering van verontwaardiging gaat door de Duitse staten en de Lage Landen.

Rechts: Detail van het kasteel van Bad Bentheim. Jacob Isaackzoon van Ruisdael schilderde het in 1651.

Slot Bentheim door Van Ruisael

Epitaaf van Amalia en Hendrik van Brederode

Maurits
Amalia moet opnieuw vluchten, dit keer naar Gronau. Graaf Arnold van Bentheim, haar zwager, heeft alles voor haar geregeld. In de winter van 1599/1600 verjaagt prins Maurits, zoon van Willem van Oranje, de Spanjaarden definitief uit het Rijnland.

Amalia kan in de zomer van 1600 eindelijk tot rust komen. Met haar hofhouding, bestaande uit 36 mensen, installeert ze zich in het kasteel in Alpen. Ze bouwt er een school en herbouwt de parochiekerk. De oude kerk is in de oorlog verwoest.

Begin 1602 gaat het plotseling snel bergafwaards met haar gezondheid. Ze sterft. Op 5 mei 1602 is ze begraven in de kerk in Alpen en de gebeenten van haar eerste echtgenoot, Hendrik van Brederode, worden waarschijnlijk op haar verzoek, in het nieuwe familiegraf bijgezet.

Links: Het epitaaf uit de Renaissance is van Johannes Pasqualini staat in de parochiekerk van Alpen. Hieronder is de grafkelder van Amalia en Hendrik van Brederode.

Amalia's laatste wens is dat Alpen een eigen Evangelische kerk zou krijgen. Graaf Arnold van Bentheim laat haar wens in vervulling gaan. Hij geeft de beroemde bouwmeester Johan Pasqualini opdracht een nieuwe kerk te bouwen. In 1604, dus ruim 400 jaar geleden, is het gebouw klaar.

Deze Evangelische kerk van Alpen is nu de oudste, als gereformeerde kerk gebouwde godshuis van het Duitse Rijnland en zou zelfs één van de oudste gereformeerde kerken van heel Duitsland zijn.

Ook zorgt de graaf van Bentheim er voor dat er een grafmonument voor Amalia en Hendrik wordt gemaakt. Dit is het laatste werk dat Pasqualini maakte. Voor een afbeelding van het monument zie: Brederode.

Bronnen:
Joachim Daebel, lid van de kerkenraad van Alpen en biograaf van Amalia von Neuenahr,
historica Adrienne Koenhein, bestuurslid van het land van Brederode en A.P. Bijl auteur van een prince van Oraengien.