Home
`Het enige waarvan de Hollanders
verzekerd zijn is de voortdurende
angst te zullen verdrinken`

De journalistieke reis van de Franse filosoof Diderot door Holland
Diderot is hoofdredacteur van de beroemde Encyclopedie. Hij overlijdt in 1784

1773 en 1774

Denis Diderot
De Franse filosoof Denis Diderot is zo onder de indruk van zijn bezoek aan de provincie Holland in 1773 en 1774 dat hij er een boek over schrijft, een `journalistieke reis`. Hij is gefascineerd door de Hollanders die hun vorst afzetten en politieke en religieuze vluchtelingen met open armen ontvangen. De inwoners verspreiden zelfs verboden geschriften. Ze voeren tolerantie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel. Waarom doen ze dat? Wat maakt dat kleine volk zo groot?
Diderot, een van de belangrijkste Franse filosofen in de achttiende eeuw, beschrijft in zijn boek de historie en de politieke verhoudingen in Holland. Maar bovenal geeft hij met veel humor het dagelijkse leven van de gewone mensen weer. Een baas die zijn knecht slaat krijgt tot zijn grote verbazing straf en plagiaat viert er hoogtij. Waarom treden ze daar niet tegen op? Overigens moet de lezer de conclusies van Diderot af en toe met een korreltje zout nemen. Alle boeren zijn katholiek, lijkt een nogal ongenuanceerde opmerking. Maar wellicht zit er wel een kern van waarheid in.

De achttiende eeuwse textielhandelaar Pieter Teyler van der Hulst bepaalt dat na zijn dood zijn vermogen wordt gebruikt voor kunst en wetenschap. In 1784 opent het eerste museum van Nederland de deuren aan het Spaarn in hartje Haarlem.

Pieter Teyler van der Hulst
Vol ontzag schrijft Denis Diderot over de vele vaarten in Holland. Driehonderd molens houden het waterpeil op het juiste niveau. `Een huiveringwekkend schouwspel`. Het water in de vaarten is brak, wat bewijst dat zoutwater uit de zee doorsijpelt en de dijken voortdurend bedreigen. `Toch durven de mensen in dit land rustig te gaan slapen`. Met verve beschrijft hij de vele schuiten die enorme ladingen vervoeren en mensen precies op tijd ophalen en afzetten in de Hollandse steden. De schuiten varen precies op tijd, wat het maken van uitstapjes bevordert`. Diderot merkt op dat het onderhoud aan de dijken jaarlijks meer kost dan de soldij van een leger van vijftigduizend man.

Graanschuur
`Het klimaat laat te wensen over. Toch is er bijna geen land ter wereld dat welvarender en dichter bevolkt is. Dit is het resultaat van nijverheid, bedrijvigheid, noeste arbeid en winstbejag. Wat de Hollanders aan graan oogsten is nog niet eens voldoende om een honderste van de bevolking te voeden. Toch noemt men Holland de graanschuur van Europa. De provincie levert tarwe aan Spanje, Italië, Engeland, Brabant en Frankrijk`.

Leger
Tweederde deel van het leger bestaat uit Duitsers en Zwitsers. De Hollanders zijn liever actief in de handel. Dat brengt tenminste geld in het laatje. Het volk eet gezouten en gerookt vlees en vis, groenten, knolgewassen, vooral aardappelen, vruchten, melkproducten, gort, rijst en roggebrood. De rijken eten ook brood. Iedereen drinkt bier, thee, chocolademelk en koffie. Diderot merkt op dat vis en vlees (wild) in overvloed voorkomt.

De vrouwen zijn niet aantrekkelijk en de mannen zijn dik. Armoede en tirannie bestaan niet. Wel is er een groot gebrek aan dokters. `Men zit er in alle opzichten in een benaderde situatie. Geen brood, geen wijn, geen water en een ongezond klimaat. Het enige waarvan men verzeker is, is de voordurende angst te zullen verdrinken`.

Een pakhuis in Amsterdam
Een pakhuis in Amsterdam is nu het scheepvaartmuseum.
Machtig
De Hollanders zijn het machtigste en het meest bedreven in hun vak. Er wordt gezegd dat er in Holland meer goud is dan zilver in Frankrijk. Zelfs zou er meer goud en zilver zijn dan er koper is in Frankrijk en Spanje bij elkaar. Er is geen land dat zoveel schepen bezit. Holland zou er zelfs meer hebben dan de rest van Europa bij elkaar. De rijkdom blijft groeien dankzij de Hollandse zuinigheid. Weelde en lekker eten beginnen hier en daar terrein te winnen. De Hollanders houden van schilderijen, prenten en tekeningen. Men stort zich vol overgave op wat van ver komt. De handel blijft groeien zolang er niet in eigen land kan worden belegd. Holland is een groot pakhuis van oosterse producten. Holland is de beurs van Europa.

Zelfverzekerd
De plattelander en boer hebben een zelfverzekerd en ernstig voorkomen. Hij heeft een fiere houding en kijkt u recht in het gezicht aan. Aan zijn huis en zijn kleding kan men zien dat hij in goeden doen is en van properheid houdt. De inwoner van de Verenigde Nederlanden is goed gebouwd, lang en fors, heeft een bleek gelaat, blonde haren en blauwe ogen. Ziet er gezond en knap uit, althans tot de pubertijd. Eenmaal de zeventienjaar gepasseerd raken ze al hun charmes kwijt. Mooie tanden ziet men zelden. Dat komt door het klimaat, de voeding en het roken. Ze zijn bescheiden gekleed en leven sober. In hun werk zijn ze spaarzaam, solidair, ijverig, doortastend en geduldig. In hun plannen nijver, schrander, diplomatiek en koppig.

Ze zijn ervaren schippers, uitstekende kooplieden en ondernemers. Ze maken avontuurlijke zeereizen en houden angstvallig vast aan hun voorrechten en vrijheden. Ze zijn eerlijk, ruw en streng. Ze zijn niet zo beleeft als een Fransman maar wel hoffelijk. Ze staan welwillend tegenover de nieuwsgierigheid van een buitenlander en laten hen makkelijk toe in hun schilderijenkabinet.

Vrouwen
De Hollandse vrouwen zijn lang en snel volgroeid. Ze zijn mooi, gezet, hebben lelijke tanden en slap vlees, net als de schilderijen van Rubens. Ze lopen moeizaam en voorover gebogen. Ze zijn levendig noch vrolijk, maar wel bescheiden en deugdzaam en als huisvrouw te zuinig. Ze zien erop toe dat het huis overdreven schoon wordt gehouden. Zij schrijven hun mannen de wet voor wat de huishouding betreft. Thuis zijn zij de baas.

Vrouwen wordt zelden uitgehuwelijkt voordat ze vijfentwintig zijn. Bedrog komt weinig voor. Werklust, winstbejag, toewijding en liefde voor de handel doven de hartstocht.
Schaatsen is een echte Hollandse
volksport
Als het flink heeft gevroren binden de Hollanders, rijk of arm, massaal de schaatsen onder.

Knapenliefde
Knapenliefde openbaart zich hier soms op ongelooflijk onbeheerste wijze. De schout (politiecommissaris) gooit in dat geval de notoire pederast in een van de vaarten.

Haarlem
De lucht zou in Haarlem zwavelhoudend zijn. Bij die stad wordt het op het gras uitgespreide linnen heel wit door de lucht.

`Misschien zijn de mooie groene kleur van de bomen en het blonde haar dat je bij zoveel mensen ziet en de witte huidskleur aan dezelfde oorzaak toe te schrijven. Vuil marmer en ivoor worden in Haarlem in een nacht schoon`.

Politiek
Vrijheid is belangrijk voor een land dat handel drijft. Niemand begrijpt beter wat het belang van een koopman is dan hijzelf. De regering moet dan ook zuiver democratisch zijn. Zodra welke autoriteit ook zich met de handel bemoeit is alles verloren. Armoede zou het gevolg zijn.

Hoge belastingdruk
De staat is niet rijk. Oorlogen hebben veel geld gekost. Over het oplopen of laten dalen van de staatsschuld discussieren de Hollanders continu. `Er zijn weinig landen waar de burger meer belasting betalen. Ze zijn er aan gewend en kopen er niet minder om. Er wordt zelfs niet over geklaagd omdat men naar rato van ieders vermogen belasting afdraagt. `Het is bijna niet te geloven, maar toch is het waar: de in- en uitvoerrechten en de accijnzen leveren wel vijftien- tot zestienuizend gulden per week op`.

Doodstraf
Diderot vindt de wetgeving heel bijzonder. `Een kind dat zijn vader slaat wordt gestraft, maar een kind dat zijn moeder slaat, krijgt de doodstraf. Als het kind meerderjarig is, kan zijn vader hem niet laten opsluiten, maar zijn moeder wel`. Misdrijven komen in Holland minder voor dan elders. In acht jaar tijd is in Den Haag slechts een dief berecht. In Amsterdam krijgen per jaar zes mensen de doodstraf. Er zijn geen rovers langs de wegen, want er is geen armoede. Een schout (politiecommissaris) krijgt zijn loon uit de boetes die hij de overtreders van de wet oplegt. Dat is een slecht systeem, merkt Diderot terecht op. De schout heeft baat bij een toename van het aantal delicten. Hij spant valstrikken en in een geval zet hij jonge dames op de uitkijk om getrouwde mannen naar plaatsen van ontucht te lokken.

Bijgeloof
De Hollanders eten vier keer per dag. `s Morgens drinken ze koffie, tussen een en twee uur nuttigen ze de middagmaaltijd, tussen vijf en zes uur drinken ze thee en om negen uur eten ze de avondmaaltijd. De bevolking is bijgelovig en heeft een afkeer van vrijdenkerij. Toch wordt niemand vervolgd. Er zijn in Holland meer gelovigen dan in Frankrijk.

Geen smaak
Er zijn geen beeldhouwers omdat de Hollanders geen smaak hebben. Er zijn ook geen schilders meer omdat men de schilderkunst niet beschermt en ook niet bevordert. `Want van schilderen wordt je toch niet rijk`.

Godsdienst
Overal is gereformeerd de heersende godsdienst. Alleen zij die haar openlijk belijden komen in aanmerking voor bestuurlijke ambten. Militairen zijn wel vrij in de keuze van hun geloof, hoewel katholieken niet generaal kunnen worden. Katholieke priesters betalen de schout een som geld om godsdienstoefeningen te mogen houden. De boeren zijn bijna allemaal katholiek.

Armen
Er zijn weinig armen. De meeste bedelaars zijn buitenlanders en joden. De schout pakt gezonde bedelaars op en zet ze op een schip naar Indië.

Haarlem
Haarlem is een hele mooie stad, maar van welke stad in Holland kan dat niet worden gezegd? Men zou haast denken dat de huizen een soort weelderige modellen voor een paleis zijn. Rond de Sint Bavo waren vroeger bordelen tegen het Godshuis gebouwd. De schout, voor wie de meisjes van lichte zeden werden voorgeleid, laat hen kastijden, vooral wanneer zij mooi waren en naar zijn smaak niet hard genoeg werken.

De dukaat
Een zilveren dukaat is
drie gulden waard.

Boven de voordeuren in Haarlem hangen soms kleine linnen lappen met opschrift. Dat betekent dat er een kind was geboren en dat moeder en kind in goede gezondheid leven. Tot de eerste kerkgang na de bevalling mogen er geen juridische stappen tegen de ouders worden ondernomen op straffe van steniging, zo groot is de achting die de Hollanders hebben voor de man en de vrouw die de republiek een nieuwe burger schenken.

Drie partijen
In de tijd dat Diderot Holland bezoekt zijn drie politieke stromingen actief. De Stadhouderlijke partij, die op dat moment de macht in handen had, de Staatsgezinden die de bestaande grondwet verdedigden en de Patriotten die linkser waren dan de Staatsgezinden. De Patriotten komen in 1795 aan de macht, nadat de Franse revolutie Nederland bereikt.

De Zeven Provinciën waren twee keer een republiek. De Staten-Generaal vervulde de rol van staadshoofd. Dat was in de periode van 1650 tot 1747 en van 1702 tot 1747. De stadhouder kwam beide keren weer aan de macht na een Franse invasie. Diderot is tegenstander van het stadhouderlijke gezag, dat veel weg heeft van een monarchie. Dit leidt slechts tot slavernij en uiteindelijk weer tot een revolutie. In 1787 verjagen de Hollanders inderdaad hun stadhouder. Maar door de Pruisen herstellen de oude situatie.