Goorse Poort stond iets verderop

DELDEN Herberg De Engel heeft nooit buiten de beschermende grachten van Stad Delden gestaan, zoals tot nu toe vaak werd aangenomen. Dat bewijst de opgraving die de afgelopen twee dagen zijn gedaan achter het pand van de voormalige slagerij van Jan Haverkate. Daar komt een nieuwe woning die alleen op vaste grond kan worden gebouwd. De aannemer moest geroerde grond tot een diepte van vier meter afgraven voordat hij op vaste grond stuitte.

Gracht Zuiderhagen

Aan de Zuiderhagen stuitte de aannemer op geroerde grond tot een diepte van vier meter. Hier, onder de Zuiderhagen, liep de middeleeuwse gracht van Stad Delden.

Balken uit de gracht

Balken uit de gracht aan de Zuiderhagen.

Bij de opgravingen zijn donderdag zware eikenhouten balken gevonden. De balken stonden in de gracht recht omhoog zodat vijandelijke soldaten niet met hun bootjes konden afmeren aan de binnenzijde van de gracht voor een aanval op de stad.

Volgens amateur-historicus en bouwkundig adviseur Dick Lohuis moet  de Goorse poort op de plek hebben gestaan voor de winkel van het Kruitvat aan de Langestraat 51. De poort stond als het ware op een eiland. Aan weerszijden van dat eiland liepen de stadsgrachten die in totaal zo'n veertien meter breed waren.

De dubbele gracht was een extra verdedigingswerk ter bescherming tegen indringers. De zware fundering die jaren geleden is gevonden bij de fietsenzaak van Leo Velthuis is niet van de stadspoort geweest maar vermoedelijk van de brug over de binnenste gracht, zegt Dick Lohuis.

In het begin van de Tachtigjarige Oorlog is met name tussen 1580 en 1597 hevig gevochten in Twente waarbij Delden twee keer grotendeels is afgebrand. Ook kasteel Twickel telde in die tijd dubbele grachten.

Van deze oorlogshandelingen zijn voldoende sporen teruggevonden. Zo vond Lohuis jaren geleden al een vuistdikke, ijzeren kogel tijdens de grondverbetering voor de bouw van een andere woning aan de Zuiderhagen.

Balken uit de gracht
Balken uit de gracht in Delden

Lohuis betreurt dat de gemeente amateur-archeologen niet wat meer tijd gunt ter plekke metingen te verrichten met hulp van een electronische waterpas, mede met het oog op de nieuwe, zogeheten archeologische verwachtingenkaart die op dit moment in concept klaar is.

Hans Oude Rengerink van het Oversticht die de gemeente adviseert over historisch waardevolle projecten, wist van de opgraving, maar zegt dat als de archeologische verwachtingenkaart  klaar was het werk niet anders zou zijn uitgevoerd dan nu is gebeurd. Volgens hem zijn opgravingen in een stadsgracht niet spectaculair.