‘Boek is eerbetoon aan Benteloërs’

BENTELO Bert Hoebe (71) kreeg steeds meer bewondering voor de Benteloërs. Hij hoorde, nadat hij in 1966 in een kamertje boven café De Hagmöll begon als dierenarts, bijzondere verhalen wanneer hij koffie dronk met Spiekerberend, die al eens in Showroom van de NCRV was te zien. Hij ontdekte bij raadslid Rudi Buschers Bentheimerzandstenen met afbeeldingen van arenden die eens boven de deur zaten van de eeuwenoude havezate De Hagmolen. Hij hoorde van de bewoners veel bijzondere verhalen. „Ik dacht dat moet ik een keer op papier zetten voordat het allemaal verdwijnt”, vertelt Bert Hoebe. Op 20 november om 16 uur presenteert hij zijn boek Dorp aan de Hagmolenbeek op de plek waar hij begon: in café De Hagmöll, Spoolder zeggen ze in Bentelo.

Bentelo wordt al in 1188 genoemd, steekt de gepensioneerde dierenarts van wal. „Er was vermoedelijk een spieker die uitgroeide tot een versterkt huis met grachten. Spaanse en staatse troepen plunderden boerderijen keer op keer in de Tachtigjarige Oorlog”. Huttenkloas, geboren in de marke Bentelo, komt eveneens uitgebreid aan bod. „Zijn moeder was een Suiters, geboren aan de Suetersweg. Huttenkloas zelf is geboren in een hut op De Haar in de buurt van de boerderij van Ten Dam.” En dan heb je nog Toon Exterkate, vader van zeventien kinderen. „Hij praatte soms wat chaotisch. Dan was er geen touw aan vast te knopen.”

Bert Hoebe voelde zich onmiddellijk thuis in Bentelo waar hij aan de Onze Lieve Vrouwestraat woont. „De mensen zijn hier open. Je wordt hier gemakkelijk opgenomen in de gemeenschap.” Dorp aan de Hagmolenbeek is niet het eerste boek van Bert Hoebe. In 1983 promoveerde hij op een nieuw ziektebeeld Degeneratie van de middenrifspieren bij roodbonte koeien, dat in boekvorm verscheen. „Ik heb hier als dierenarts een prachtige periode achter de rug. De eerste tien jaren waren heel romantisch. Er was altijd tijd voor een praatje, voor koffie. Ik was min of meer koning in mijn praktijk. Zijn werkgebied strekte zich uit over Bentelo, Wiene, Zeldam, Hengevelde, Beckum en Oele.

Natuurlijk schrijft Bert Hoebe ook over Jozef Wegdam, toenmalige hoofd van de school, die uitstekend kon organiseren en mensen aanspoorde iets te doen voor de gemeenschap. „Die sfeer is hier altijd gebleven.” Een sfeer van opbouwen, de schouders er onder. „De eerste autorodeo van Twente en misschien heel Nederland, begon hier. Er gebeurt heel veel op sportgebied. De handbal doet het uitstekend, we hebben een Nederlands kampioene judo, Maria Nijland. Moniek Kleinsman plaatste zich onlangs voor de wereldbekerwedstrijden schaatsen. We hebben de paardensport en het touwtrekken. Bentelo is enorm sportminded en je doet nooit tevergeefs een beroep op vrijwilligers.” Bert Hoebe ziet zijn boek vooral als een eerbetoon aan het dorp aan de Hagmolenbeek.