Kunststad Diepenheim is nog niet af, maar aan ideeën geen gebrek

De puzzelstukjes vallen op de juiste plek

Ton Besling van de kunstvereniging Diepenheim op het Ottenplein

Boven: Ton Besling die al 30 jaar strijd voor het leefbaar houden van Diepenheim krijgt nu de wind in de zeilen. Er wordt zeven miljoen euro geinvesteerd in Kunstwerk Diepenheim. Van links naar rechts: het Ottenhuis, het Diepvrieshuisje, de Maalderij en de herberg De Pol.

DIEPENHEIM - Diepenheim is dè kunststad van Overijssel. Ruim 25 jaar werd daar keihard aan gewerkt. Maar de klus is nog niet helemaal af. Sterker nog, vooral de komende jaren wordt heel veel geld, bijna zeven miljoen euro, geïnvesteerd. Onder meer in gebouwen rond het Ottenplein, om het werk af te maken. Het bruist van de ideeën. Via een vrijwilligersclub, harde worst en puntdroad zet Ton Besling zich al dertig jaar in voor het leefbaar houden van de kleine stadje.

"De puzzelstukjes vallen op het juiste moment op de juiste plek", zegt de 60-jarige voorzitter van de Kunstvereniging Diepenheim. "Ik zie een twinkeling ook bij anderen in de ogen." Besling was 35 jaar geleden al actief bij de jongerensoos Why don't cha in Diepenheim. Hij was daarna betrokken bij veel van de bijna zestig verenigingen die Diepenheim telt. Maar bij de kunstvereniging bleef hij in de weer, al zo'n 25 jaar. Architect Harrie ten Dam en kunstenaar Sepp Bader begonnen twee jaar voordat Besling zich bij de vereniging aansloot met een tentoonstelling op de zolder van het oude gemeentehuis.

"Hun werk werd steeds serieuzer en op een gegeven moment is besloten naar buiten te gaan met kunst. Zij waren een van de eersten die dat deden. Beeldenroutes zie je nu overal in Nederland." Volgens Besling heeft Ans Nijehove de toon gezet voor de kunst in Diepenheim. Nadat zij een galerie opende, volgden er nog zes anderen haar; binnenkort opent weer een nieuwe galerie de deuren in Diepenheim. Ton Besling, oud hoofd personeelszaken bij de sociale werkvoorziening Hameland (450 werknemers), heeft wel een verklaring waarom Diepenheim zo succesvol is geworden op het gebied van de kunst. "Iedereen heeft hier wel meerdere functies in het verenigingsleven. Als je iets wilt organiseren en je hebt acht tot tien mensen bij elkaar, mobiliseer je al gauw honderd vrijwilligers."

De Kunstvereniging heeft twee doelen: tentoonstellingen organiseren en nieuwe projecten bedenken op het gebied van poëzie en proza, architectuur en toneelvoorstellingen. Diepenheim heeft veel bekende kunstenaars naar het stadje gehaald en daardoor veel landelijke aandacht in de media gekregen. "Televisiepresentator Pierre Janssen heeft veel voor ons betekend", zegt Besling. "Maar als iemand uit Amsterdam naar werk van Lizan Freijsen komt kijken, dan willen we hem of haar hier minimaal nog een dag kunnen bezighouden." Het aantal activiteiten in Diepenheim moet nog groter worden.

Er zijn veel ideeën, maar dan moet eerst een aantal panden worden opgeknapt. Zo ontstond het plan om vier gebouwen aan het Ottenplein aan te pakken. Er zou een drawingcenter (tekencentrum) kunnen komen, waarvan alleen New York en Londen er één hebben, er zou ook een nieuwe expositieruimte kunnen worden geopend en een nieuw cultureel centrum gebouwd. "We willen onze kennis, die we in 25 jaar tijd hebben opgebouwd, delen met bijvoorbeeld studenten", vertelt Besling. Daartoe moet er ook een informatiecentrum en een cultureel laboratorium komen.

"Wij wijken nu nog te vaak uit naar andere plaatsen omdat we hier met ruimtetekort kampen." Besling zegt dat als er een nieuw cultureel centrum komt in Diepenheim, dit vooral voor de inwoners van het stedeke zelf is en slechts enkele weekeinden en door-de-weekse dagen voor de kunst. De voormalige maalderij kan, eenmaal opgeknapt, ook iets betekenen voor de plaatselijke historische vereniging. De kracht van Diepenheim is dat door de kleine schaal van het stadje er veel vrijwilligers zijn die willen helpen. "Elke vereniging heeft moeite mensen te vinden voor het bestuur", zegt Besling. "Maar het grappige is dat als er iets moet gebeuren, je toch altijd weer een hele rij vrijwilligers ziet die zich een week lang uitslooft en er een succes van maakt."