Een typisch Twents hallenhuis is het monumentale erve Grobbink. Bij de boerderij hoort een schuur en een bakhuis. Het erf is het eerst genoemd in 1475. De familie Van Bevervoorde verkoopt het huis in 1621 aan de bewoners, de familie Grobbink. Hun nazaten verkopen het erf in 1827 aan de familie Wolferink, de molenaars op de Haarmühle, net over de grens in Duitsland. Gerrit Jan Pieter van Heek, fabrikant van textiel (Schuttersveld in Enschede) koopt het pand in 1905. | ||
|
||
Parallel aan de grens tussen Nederland en Duitsland ligt een landweer uit de Middeleeuwen. De landweer heet hier de Rolvingslandweer. Een landweer moet bescherming bieden tegen vijanden. De boeren konden met een landweer ook hun vee binnen de marke houden. Een landweer bestaat uit een dichtbegroeide wal met aan weerszijde grachten. Op de wal laat men onder meer meidoorn en braamstruiken groeien. De wegen in een landweer worden afgesloten met een hek waarvan een boer in de buurt de sleutel bewaart. Bij de Haarmühle staat een boerderij op Duits grondgebied dat de naam Lanwer of Landweerman draagt. Ook is hier een herberg voor voerlieden die de Hessenweg gebruikten voor de handel. | ||
Naar de volgende pagina |